Zeshonderd kinderen beleven prachtige tijd tijdens Huttenweek

Castricum/Limmen/Akersloot – Traditiegetrouw wordt de laatste week van de schoolvakantie afgesloten met het bouwen van een Timmerdorp. In de drie dorpskernen deden hier deze keer zo’n zeshonderd kinderen aan mee. Het mooie weer en het samen klussen zorgden voor een gezellig sfeertje. De redactie deed een rondje langs de drie Timmerdorpen.

Door Henk de Reus

In Limmen kunnen de kinderen deze keer hun creativiteit op het thema ‘Op de boerderij’ loslaten. Jop, Seth, Mees, Abel, Mitch, Collin, Sil en Ramon bewijzen met hun boerderij aan de Boomgaard nr. 1-2 waar samenwerking toe kan leiden. Het is een complete boerderij geworden met een binnen- en buitenstal voor het vee en een opslag voor hooi. Buiten lopen schapen en kippen. Nou ja, lopen? De kippen zitten niet ‘op’ stok, maar ‘aan’ een stok die in de grond steekt. Dit geldt ook voor de schapen. Voor de boerderij staat een brievenbus en een melkbus. Seth heeft iets met boeren. ,,Ze maken lange dagen met het melken van hun koeien en ze hebben nooit vakantie. Als het melk niet in de supermarkt terecht komt hebben wij ook geen melk meer.’’ Een waarheid als een koe.

Haast niet van echt te onderscheiden: een heuse boerderij met alles erop en eraan.

Om de steun voor de boeren kenbaar te maken hebben de jongens een omgekeerde vlag voor de boerderij geplaatst. Iets verderop probeert Evie (9) een draadnagel van zeker 10 centimeter in het hout te jassen. Het blijkt nog een hele opgave te zijn om spijkers met koppen te slaan.

Het kost Evie in het begin wat moeite om spijkers met koppen te slaan.

Ridders en jonkvrouwen

Bij het timmerdorp in Akersloot is het thema ‘Ridders en jonkvrouwen’. Je komt via een grote middeleeuwse slotbrug op de werkplaats. Bovenop pronken aan beide zijden Nederlandse vlaggen, dit keer niet omgekeerd. Het is even wennen… Op het gebied van vermaak is aan alles gedacht. Er is een waterglijbaan, er zijn zwembadjes om af te koelen, springkussens en er is een echte klimwand. De vertrouwde stem van speaker Joke de Wit, door iedereen ‘Juf Joke’ genoemd, galmt over het terrein. ,,De kinderen die nog geen ijsje hebben gehad kunnen er een halen bij de tent van de vrijwilligers.’’ Auck (10) en Jimmy (11) hebben hun ijsje al op. Hun hut is nog in aanbouw. Ze dragen pallets boven hun hoofd en brengen deze naar de werkplaats.

Auck en Jimmy slepen pallets aan voor hun hut.

De ‘jonkvrouwen’ Daphne, Saar, Liv en July hebben hun kasteelhut een gezellig vrouwelijk tintje meegegeven. De hut is versierd bloemen en met lampjes die op zonne-energie branden. Deze moeten het ’s avonds sfeervol maken. Om de ridder op het witte paard te ontvangen moet alles er natuurlijk wel tiptop uitzien. Hoewel de ridder nog moet arriveren staat zijn (stok)paard alvast naast de hut klaar. Dat is gevlekt, dus het wordt geen ridder op het witte paard.

Daphne, Saar. Liv en July zorgen ervoor dat hun hut er tiptop uitziet.

Aan de buitenkant van het timmerdorp haalt een aantal kinderen halsbrekende toeren uit op een klimwand. Doodeng.

Hoogstandjes op de klimwand.

Vijftien jaar TiDoCa

Het timmerdorp Castricum heeft geen thema. De stichting Timmerdorp Castricum (afgekort TiDoCa) bestaat dit jaar vijftien jaar. Tijd om de bloemetjes buiten te zetten. Dit wordt gedaan met allerlei spelletjes tussen het bouwen door. Finn en Ovhus maken tijdens een time-out gebruik van hun zojuist in elkaar geknutselde wip.

Time-out voor Finn en Ovhus.

Een stuk verderop maken Mel, Moos en Hugo uit de Willem de Zwijgerlaan (WDZ) bekend dat er pannenbier kan worden besteld. Ze hebben zojuist de dwarsbalken van de derde verdieping van hun hut aangebracht. De vlag met WDZ is inmiddels in de top gehesen. Mel heeft de eerste verdieping alvast als ‘zijn kamer’ geconfisqueerd.

Mel, Moos en Hugo hebben zojuist de hoogste top van hun hut bereikt en laten dit graag weten.

Mark Braams is al voor de derde keer vrijwilliger bij het Timmerdorp. Hij werkt in de bouw en regelde dat zijn werkgever hout beschikbaar stelde. Net zoals de meeste andere vrijwilligers nam hij vakantiedagen op om er weer bij te kunnen zijn. In zijn geval twee weken. Had hij niet liever op Ibiza gezeten? Mark: ,,Absoluut niet! Dit is vele malen leuker. Het is een virus waarmee je besmet raakt en waar je niet meer vanaf komt. Niemand neemt mij dit af, ook mijn werkgever niet.’’ Het geeft aan met welk plezier de vrijwilligers zich inzetten om de kinderen een fijne week te bezorgen.