Foto boven:
Maarten en zijn moeder Nel Beekman voorlopig voor het laatst samen in De Boogaert. (Foto: Henk de Reus)
Castricum – Maarten Beekman (64) verblijft sinds 2019 in De Boogaert. Door een hersenaandoening zit hij in een rolstoel, gaat zijn motoriek achteruit en kan hij zich heel moeilijk verstaanbaar maken. Zijn moeder (95) verblijft eveneens sinds drieënhalf jaar in De Boogaert. Een half jaar geleden werd Maarten nog door het woonzorgcentrum uitverkozen tot meest geliefde bewoner. Door een recent incident wordt hij ineens door het zorgcentrum als een persona non grata gezien en moest hij vorige week halsoverkop zijn appartement verlaten. Hij is inmiddels overgeplaatst naar woonzorglocatie Meerstate in Heemskerk.
Door Henk de Reus
Onderstaande informatie is opgetekend aan de hand van gesprekken die de redactie voerde met enkele personen uit de directe kring rond Maarten.
Onverwacht bezoek
Enkele weken terug kwam er in de avond iemand met een zaklantaarn de slaapkamer van Maarten’s moeder binnen en scheen in haar gezicht. Ze sliep en schrok direct wakker. Verschrikt vroeg ze wat de persoon bij haar binnen kwam doen. Ze kreeg als antwoord dat hij even kwam kijken of alles goed met haar ging. Volgens Maartens moeder is er niet met haar gecommuniceerd dat personeel ’s avonds de slaapkamers betreedt. In haar geval is dit ook helemaal niet nodig, vindt ze.
Knal
De schrik zat er behoorlijk in en mevrouw Beekman sliep die nacht niet meer. Omdat ze zich vanaf dat moment ’s avonds onveilig voelde vroeg ze de volgende ochtend aan Maarten of hij wist waar het startpistool was dat hij destijds, kort na het overlijden van zijn vader, voor haar had aangeschaft om mogelijke inbrekers af te schrikken. Toen Maarten de slaapkamer van zijn moeder doorzocht was een verzorgende op dat moment in de kamer de ogen van z’n moeder aan het druppelen. Maarten vond het startpistool in een laadje van een nachtkastje. Toen hij het eruit haalde ging het per ongeluk af.
De verzorgende, die eerder een overval had meegemaakt, schrok hevig en rende gillend de kamer uit. In de buurt van de kantine werd zij door het afdelingshoofd opgevangen. Ze zou haar verteld hebben dat er gericht op haar was geschoten. Het afdelingshoofd belde direct 112. Korte tijd later verscheen de politie en iemand van ViVa! Zorggroep. Maarten en zijn moeder zeiden meteen dat alles op een misverstand berustte. Ze wilden graag uitleggen hoe de vork in de steel zat. Maar hiervoor zou geen of nauwelijks ruimte zijn geboden. De politie nam het startpistool in beslag omdat het verboden is om in een zorgcentrum wapens of iets wat erop lijkt in huis te hebben.
Bewaking
Er werd direct werk van de situatie gemaakt en achttien dagen lang posteerde er 24 uur per dag iemand van de beveiliging voor zijn deur. Men zou Maarten niet verteld hebben waarom dit gebeurde en hij zou ook niet zijn gewezen op zijn rechten om deze beslissing aan te vechten. Bij het middageten zou Maarten, als enige, een plastic mes hebben gekregen. Een medebewoonster zegt ,,Als hij met zijn elektrische rolstoel boodschappen voor zichzelf en zijn moeder wilde doen ging er steeds iemand van de beveiliging mee.”
Overplaatsing
Naar aanleiding van het voorval werd Maarten door een psycholoog van ViVa! Zorggroep onderzocht. Op basis van de conclusies van dit onderzoek besloot men Maarten over te plaatsen naar Meerstate in Heemskerk. Maarten heeft het rapport mogen inzien, maar was zo emotioneel onder het gebeuren dat hij niet meer weet wat hierin staat. Hij kreeg geen kopie van het rapport. Vorige week dinsdag kreeg hij plots te horen dat hij twee dagen de tijd had om zijn spullen in te pakken.

Pers
Twee mantelzorgers en een vroegere buurvrouw van Maarten hoorden het verhaal en voelden zich geroepen om het gebeuren met de pers te delen. Meerdere bewoners steunen dit initiatief maar durven zich, uit angst voor de mogelijke gevolgen, niet publiekelijk uit te spreken.
De redactie sprak met twee mantelzorgers, een medebewoonster tevens vriendin van Maarten, en een vroegere buurvrouw van Maarten. Omdat Maarten zich ook in de gespreksruimte bevindt hield een bewaker voor de ingang van het appartement de wacht.
‘Heel verdrietig’
De twee mantelzorgers zijn Bert en Sylvia. De vroegere buurvouw van Maarten wil liever niet met naam en toenaam in de krant. Bert en Sylvia trekken zich het lot van Maarten erg aan.
Sylvia: ,,Ik vind het vreselijk en verdrietig hoe er met Maarten wordt omgegaan. Hij is door zijn ziekte nauwelijks in staat om zichzelf te verdedigen omdat hij zich niet kan uiten. Hij heeft een aandoening aan de kleine hersenen waardoor hij niet kan lopen en zijn motoriek achteruit gaat. Ook kan hij zich moeilijk verstaanbaar maken. Maarten en zijn moeder zijn nauwelijks in de gelegenheid gesteld om hun kant van het verhaal te vertellen. Men lijkt alleen af te gaan op het verhaal van de verzorgende en het verhaal wordt ook nog eens opgeblazen.
Het is belachelijk dat er meteen bewaking op Maarten is gezet. Hij lijkt te worden gezien als een crimineel, terwijl het een zeer lieve, sociale persoon is die geen vlieg kwaad doet. Dat weet iedereen in dit huis. Maarten is zeer geliefd bij de bewoners. Het is niet voor niets dat hij zes maanden terug nog werd uitgeroepen tot meest geliefde bewoner van De Boogaert.”

Haar man Bert: ,,Dit is te belachelijk voor woorden. Het zou zo een script kunnen zijn voor de serie ‘Het geheime dagboek van Hendrik Groen’. Er lijkt geen rekening te worden gehouden met de impact die de kwestie voor Maarten en z’n moeder heeft. Er is nog heel wat te winnen als het gaat om de rechten van bewoners en de openheid van zorginstellingen.”
‘Ik ga m’n ogen missen’
De medebewoonster is erg verdrietig om het vertrek van Maarten. ,,Zelf kan ik vanwege maculadegeneratie haast niets meer zien en noem ik Maarten daarom ‘mijn ogen’. Hij regelde mijn financiën, m’n medicijnen en deed mijn boodschappen. Omdat ik nog goed ter been ben ging ik regelmatig met Maarten in de rolstoel mee naar buiten. Ook gingen we wel eens samen naar een concert. Zie het als een situatie waarbij de blinde de lamme helpt. Ik ga mijn ogen missen.”
De vroegere buurvrouw zegt dat Maarten hier is opgegroeid en zijn sociale contacten in Castricum heeft. Ze voegt eraan toe dat Maarten de boodschappen voor zijn moeder doet en haar geldzaken en medicijnen regelt.
Reactie ViVa! Zorggroep
De redactie vroeg ViVa! Zorggroep om een reactie. Aanvankelijk werd een gesprek met de locatiemanager voorgesteld, maar hierop kwam men later terug. Ook is verzocht om, met toestemming van Maarten, het advies van de psycholoog in te mogen zien, maar daarop kwam geen reactie. ViVa! Zorggroep heeft per e-mail laten weten niet te kunnen ingaan op een specifieke casus, in verband met privacy.
,,Na een incident volgt een gesprek met betrokkenen om een juist beeld van de situatie en de achtergrond te krijgen. Hierna wordt aanvullend onderzoek gedaan en gaat men in gesprek met specialisten. Op basis van de verkregen informatie worden scenario’s uitgewerkt en besproken waarbij het uitgangspunt het bieden van passende zorg in een veilige werkomgeving is. Bij het nemen van maatregelen wordt het advies van specialisten betrokken en er wordt een afweging gemaakt tussen de verschillende belangen. Gelet op de impact van het incident op locatie De Boogaert is besloten tot het nemen van maatregelen. Deze zijn met de raad van bestuur afgestemd.”
Op grond hiervan zijn de uiteindelijke redenen voor de overplaatsing noch Maarten, noch de redactie bekend.
Brief aan medebewoners
Op de dag van de overplaatsing ontvingen de bewoners van De Boogaert een brief van de locatiemanager. Hierin geeft zij onder meer aan dat er naar aanleiding van het incident advies is ingewonnen bij specialisten en dat er diverse mogelijkheden zijn onderzocht. Verder wordt er vermeld dat er voor de betreffende bewoner een nieuwe plek is gevonden waar hem passende zorg kan worden geboden. Ze benadrukt dat alle beslissingen zeer zorgvuldig worden genomen op basis van specialistische adviezen en wensen van alle partijen. De brief sluit af met: ‘we acteren niet op incidenten, maar op patronen en maken keuzes in het belang van cliënten, naaste medewerkers en vrijwilligers. We willen tenslotte goede zorg aanbieden voor al onze cliënten in een veilige werkomgeving voor onze medewerkers’.
Daar waar in dit artikel namen worden genoemd is dit gebeurd met toestemming van de betrokkenen.