Trimclub WZD stopt na bijna vijftig jaar

Castricum – Trimclub WZD (Wij Zullen Doorgaan) doet zijn naam niet langer eer aan. De club stopt na bijna een halve eeuw met de sportieve activiteiten en heft zichzelf op. Rien Bollemeijer (foto boven) is lid van het eerste uur en nam onlangs samen met Paul Sotthewes het besluit om te stoppen.

Rien Bollemeijer: ,,Hans Kos, Cor Jonker en ik zijn in het najaar van 1973 begonnen met trimmen. We liepen toen van Wayenburgh in Castricum naar het Uitgeesterpaadje tot aan de Provincialeweg. Dat vonden we al een heel eind en daarom wandelden we dat stuk weer terug. Paul Sotthewes en Herman Bollemeijer liepen in die tijd ook, maar zij gingen dan naar de Zeeweg tot aan het strand en weer terug.’’ In 1974 werd het een echte trimclub. De leden van het eerste uur kenden elkaar uit Castricum (onder meer vanuit de Geelvinckstraat) en van Vitesse’22.

Nieuwe leden kwamen en gingen, alles bij elkaar hebben er 22 mensen meegelopen. ,,We hebben uiteindelijk een zogenaamde ledenstop gehad, omdat er soms wel twaalf trimmers meeliepen. Dat was een beetje veel. Door de trimclub heeft Paul Sotthewes diverse marathons en halve marathons gelopen. Hans Kos jr., die sinds 2007 meeloopt met de trimmers, heeft net als Paul ook marathons gelopen en kan er ook wat van. Wil Kos kwam meestal als tweede aan en ikzelf was meestal de hekkensluiter na een rondje.  Iedereen liep in zijn eigen tempo.’’

Feest na afloop

Paul hield sinds 1978 de eindtijden bij. De afstanden varieerden tussen tien en dertien kilometer. Rien Bollemeijer: ,,Na het trimmen leken de trimavonden, toen we nog geen kinderen hadden, vaak op een feestavond. Er was altijd gebak met koffie en daarna kwamen de borrelhapjes op tafel, natuurlijk met het nodige bier. Later is het wat matiger geworden. Bij sommigen leden wist ik dat ik van tevoren niet zoveel moest eten. Bij Henk Dijkhuizen stond een visschotel en bij Gerard Tuijn kregen we worstenbroodjes. Dus wat we eraf liepen, aten en dronken we er na afloop weer aan.’’

Paul Sotthewes

Rien herinnert zich een opmerkelijk voorval: ,,We hebben een keer in het donker met zeer dichte mist op het Uitgeesterpaadje gelopen. Ik liep voorop en dacht ‘Wat loop ik toch goed’. De trimmers achter mij dachten ‘Als we een plons horen, dan ligt hij in het water’, want aan beide kanten van de weg is een sloot. Wat ze dachten, was juist… Op de Provincialeweg ging dus ook iedereen mij voorbij.’’

Als we in Ursem bij Paul liepen, telde ik op terugweg altijd de lantaarnpalen want de rechte stukken vond ik maar saai. Ik meen dat het er tachtig waren. In het begin liepen we bij Gerard Tuijn op de Strengweg. Hij woonde daar met zijn vrouw Afra in een klein maar gezellig huisje. Het was toen een keer erg koud en er lag veel sneeuw. Frank Bosch liep in een korte broek, hij kwam met knalrode benen aan en stond boven de kachel om te ontdooien. Ikzelf heb toen niet meegelopen, het was mij te slecht weer. Uiteindelijk hebben Paul en ik besloten dat het na bijna vijftig jaar tijd is om te stoppen. Er komen tóch meer fysieke ongemakken. We kijken terug op een mooie tijd.’’ (Foto’s: aangeleverd)Paul Sotthewes