Tentoonstelling Huis van Hilde onthult Romeinse wachttoren 

Castricum – Afgelopen vrijdag opende Jelle Beemsterboer, gedeputeerde van de provincie Noord-Holland, de nieuwe tentoonstelling ‘Romeinen op de uitkijk’ tijdens de Nationale Archeologiedagen bij Archeologiemuseum Huis van Hilde. De grensverleggende opgraving van de Romeinse wachttoren zorgt voor meer bewijs voor de Romeinse aanwezigheid in Krommenie, maar brengt ook nieuwe vragen met zich mee. 

Door Milou Strauss

In de jaren zestig was het nog niet duidelijk wat zich voorheen op de locatie van het voormalig sportterrein in Krommenie afspeelde. Inmiddels is het bekend dat het hier gaat om een Romeinse wachttoren met een grote houten omwalling. De Romeinse wachttoren in Krommenie heeft een structuur van houten palen en veel typische Romeinse objecten. Archeologen vonden naast de wachttoren ook diverse objecten, zoals een deel van een Romeinse speer en zo’n 6500 scherven en soms nog complete potten van inheems en Romeins aardewerk. Deze vondsten zijn te bewonderen tijdens de tentoonstelling.

Het tegendeel

Lange tijd werd gedacht dat Romeinen zich enkel in het zuiden van Nederland bevonden, met de Rijn als noordelijke grens. Archeologisch onderzoek toonde echter het tegendeel aan. In 2024 voerden archeologen van Argon de laatste opgraving uit op het voormalige sportveld in Krommenie. ,,Tijdens deze laatste opgraving wisten we het zeker: we hebben hier te maken met resten van een Romeinse wachttoren. Een vondst die direct onze nieuwsgierigheid prikkelde’’, aldus Anouk Veldman, Hoofd educatie, presentatie en publiek. De wachttoren maakte deel uit van de forten bij Velsen en toont aan hoe het Romeinse Rijk zich verder noordwaarts uitstrekte. Daarnaast laat het zien hoe Noord-Holland deel uitmaakt van een groter verhaal in de geschiedenis van de Romeinen.

Eerste archeologisch onderzoek

Op de eerste Pinksterdag van 1963 ontdekte amateurarcheoloog Eg Helderman, in een weiland dat bouwrijp gemaakt werd in noordwest Krommenie, scherven van Fries en Romeins aardewerk. Tussen 1963 en 1965 onderzocht hij met andere amateurarcheologen de vindplaats. 

De vindplaats is groter dan gedacht. Buiten de palissade, een aaneengesloten rij van ingegraven palen, ligt nog een structuur van vier grote piramidevormige palen. Daar liggen ook diverse andere kleine structuren, mogelijk bijgebouwen, zoals kippenhokken. Er zijn veel aanwijzingen, vooral in de metaalvondsten, dat de toren een Romeinse wachtpost was. De tentoonstelling behandelt verschillende thema’s rondom de wachttoren, van de opgraving zelf tot de bredere historische context.

Onbeantwoorde vragen

Vorig jaar vonden de laatste opgravingen plaats en nu is er al een tentoonstelling over de wachttoren te zien. Het specialistisch onderzoek loopt tot op heden om meer sporen van Romeinse aanwezigheid te achterhalen. De vondst van de wachttoren brengt veel vragen met zich mee die hopelijk met de tijd worden beantwoord. Opvallend is de elf meter brede opening in de houten omheining. Dit roept vragen op over het gebruik van de wachttoren, zoals waarom was de doorgang in de houten omheining zo groot? Of: was de toren onderdeel van een netwerk van wachttorens? 

Over één à twee jaar hoopt het museum de uitwerking af te ronden en de laatste feiten te presenteren aan bezoekers. Wellicht geven die ook meer inzicht in de functie en betekenis van de wachttoren.

Romeins ritueel 

Na de officiële opening, die met een Romeins ritueel werd afgesloten, werden er diverse lezingen gehouden over de opgraving in Krommenie, de Romeinen en Germanen in Noord-Holland en de Romeinse tijdlijn.

Bezoekers kunnen de tentoonstelling tot en met 5 april 2026 bekijken in de vernieuwde tentoonstellingszaal van Huis van Hilde. (Foto’s: Milou Strauss)