Provincie: ‘Castricum realiseert te weinig woningen voor statushouders’

De gemeente Castricum realiseert te weinig woningen voor statushouders met een verblijfsvergunning. Dat vindt de provincie Noord-Holland. Tot het eind van dit jaar krijgt de gemeente kans om een inhaalslag te maken, anders grijpt de provincie in.

Ondanks herhaaldelijke gesprekken en interventies heeft Castricum een achterstand opgelopen van 34 personen. De provincie heeft ‘vertrouwen’ dat het gaat lukken. Zo niet, dan neemt zij de rol van de gemeente over. Een zogenoemde indeplaatsstelling houdt in dat de provincie de achterstand op kosten van de gemeente gaat wegwerken.

‘Geen verder uitstel’

Cees Loggen, gedeputeerde Noord-Holland: “Naast de toezichtstaak die de provincie in opdracht van het Rijk uitvoert, vinden wij het belangrijk dat gemeenten aan hun taakstelling voldoen. Als er onvoldoende woningen beschikbaar zijn, moeten verblijfsgerechtigden langer verblijven in asielzoekerscentra. Zij kunnen hun inburgering in de Nederlandse samenleving dan niet starten. Daarbij hebben andere gemeenten in de provincie de afgelopen jaren hard gewerkt om verblijfsgerechtigden te huisvesten en achterstanden weg te werken. De provincie vindt dat zij het naar deze gemeenten niet kan rechtvaardigen om verder uitstel te verlenen aan de gemeente Castricum.”

Bestuurlijk gesprek

Gemeenten krijgen een taakstelling van de minister voor de huisvesting van verblijfsgerechtigden. De provincie moet er van het Rijk op toezien dat gemeenten hieraan voldoen. Indien Castricum de achterstand op 31 december niet heeft weggewerkt, zal Gedeputeerde Staten begin 2022 een besluit nemen over de indeplaatssteling. Verantwoordelijk wethouder Paul Slettenhaar wordt voor die tijd uitgenodigd voor een bestuurlijk gesprek.