Piets liefde voor uilen reikt tot grote hoogte

Foto boven:
Piet met ladder en tas op weg voor een van zijn laatste klusjes. (Foto: Henk de Reus)

Castricum – Piet Zomerdijk uit Bakkum, voorheen bollenboer, is ruim dertig jaar als vrijwilliger verbonden aan de Vogelwerkgroep Midden Kennemerland. In al die jaren ontpopte hij zich tot een ware uilenkenner. Met de werkgroep plaatst hij nestkasten, verzorgt deze en haalt in de nok van boerenschuren jonge uiltjes met een ladder naar beneden om ze te laten ringen. Piet is bijna tachtig en houdt het klimmen op de ladder binnenkort voor gezien. Na dertig jaar zegt hij ‘ladderzat’ te zijn.

Door Henk de Reus

In 1993 verscheen in het nieuws dat het in Nederland slecht gesteld was met de stand van de kerkuil. Er werd een relatie gelegd met het gif dat boeren op hun gewassen spuiten. Piet: ,,Dat ging dus ook over mij en dat zat me niet lekker. Ik maakte een gat in de schuur en hing hier een zelfgemaakte nestkast op. Mijn liefde voor de kerkuil was ontstaan. Binnen twee jaar was het bingo en hadden we vijf kuikens.’’ Het nieuws over het nest bereikte ook de media. Piet: ,,Binnen de kortste keren stonden er vijf biologen bij ons op de stoep. Men vond de situatie toch wel uniek en het leek een eerste aanzet tot herstel.’’

Een volwassen kerkuil. (Foto: Henk de Reus)

Onderzoek

Het teruglopen van de kerkuilenstand wordt sindsdien breder onderzocht. Zo ziet men het verloren gaan van goede broedgelegenheden als een van de oorzaken. Dit is een gevolg van de huidige wijze van woningbouw (geen sponningen), verstedelijking, wegenaanleg en het ingazen van invliegopeningen in kerktorens, kerkzolders en boerenschuren. Ook wordt als mogelijke oorzaak het teruglopen van het aantal prooidieren genoemd. Piet werkte mee aan een onderzoek van het Ministerie van Landbouw en hield bij met welke gewassen hij werkte, hoe het gesteld was met het weer en welke bestrijdingsmiddelen hij gebruikte.

Observeren

Piet: ,,Het uilennest in 1995 was geen eenmalig gebeuren. We hebben sindsdien 25 jaar jonge uiltjes gehad. In de regio ging het meestal om 80 tot honderd kuikens per jaar. Het afgelopen jaar hebben we tien nesten gezien. Landelijk gaat het om 3500 broedstellen en in de regio acht à tien per jaar. Als Piet zelf een nest in de schuur heeft volgen hij en zijn vrouw elke dag ‘hun’ uilen. Om ze goed te kunnen observeren heeft hij een infrarood cameraatje in de nestkast gehangen. Zodoende kan hij op zijn telefoon zien wat het spul in de nestkast uitspookt. Hij laat een live opname aan de verslaggever zien. Moeder en vader uil zitten samen op een stok. De een kijkt naar voren, de ander naar achteren. Een echtelijk meningsverschil over de opvoeding van de kuikens wellicht?

Piet heeft een infrarood cameraatje in de nestkast opgehangen om de uilen live te kunnen volgen. (Foto: Henk de Reus)

Ringen

Vanuit de ‘Uilenwerkgroep’ – onderdeel van de Vogelwerkgroep – controleert Piet nestkasten in de regio en is hij er altijd bij als jonge uilskuikens geringd moeten worden. Hij klimt dan op een ladder om de uilskuikens uit de nestkast te halen. Dit vereist een bepaalde handigheid. Piet: ,,In de nestkast is het donker. Je moet alles op gevoel doen en de kuikens zodanig pakken dat hun klauwen geen gevaar voor je opleveren.’’ De uiltjes doet hij in een tas om één hand vrij te hebben voor het vasthouden van de ladder. Soms moest hij 13 meter hoog zijn. Ja, Piets liefde voor uilen reikt tot grote hoogte. Het klimmen op de ladder is tot nu toe altijd goed gegaan, maar hij is het nu zat.

Piet vervolgt: ,,Als ik de uiltjes naar beneden heb gebracht worden ze geringd door een ander omdat ik hiervoor zelf niet gediplomeerd ben. Het soort, de afmetingen, het ringnummer, het gewicht en de leeftijd in dagen wordt nauwkeurig in de administratie verwerkt. Hierna zet ik de jongen weer terug in de nestkast. Meestal kondigen we van tevoren aan als er geringd wordt zodat het publiek kan komen kijken. Aan jonge kinderen vertel ik globaal iets over de kerkuil: hoe oud ze worden, waarom het ene uiltje kleiner is dan het broertje of zusje, dat moeder-uil een keer in de twee dagen een ei legt, het aantal eieren dat uilen doorgaans leggen en wat hun lievelingsvoedsel is. Educatie is een van de dingen waarmee de werkgroep zich bezig houdt.’’

Piets liefde voor uilen reikt soms tot grote hoogte. (Foto: Henk de Reus)

Groei

Piet zegt dat het beter gaat met de kerkuil. ,,Dit is mede te danken aan het plaatsen van nestkasten op plekken waar de uil graag nestelt; hoog in schuren, kerken en bomen. Vogelwerkgroepen zoals die van ons zijn hier verantwoordelijk voor. Waren er begin jaren 90 nog maar 100 broedparen in Nederland, vorig jaar waren het er 4000!’’ Ook belangrijk is de muizenpopulatie: geen voer, geen uilen!

Weetjes van Piet

Je zou denken dat uilen in het donker een prooi kunnen vangen omdat ze zulke goede ogen hebben. Mis. Piet: ,,Uilen die ’s nachts actief zijn, kunnen drie tot 10 keer beter zien dan mensen, maar als het écht donker is, ziet ook een uil niks. Hij jaagt echter ook met z’n oren. Deze zitten niet op dezelfde hoogte. Daardoor kan hij zijn prooi met een soort radarsysteem uitpeilen. Hierdoor weet hij zijn prooi in het pikkedonker feilloos te pakken. Uilen slikken hun prooi in één keer door. Omdat de zuurgraad in de uilenmaag niet zo sterk is worden de botjes en haren van de prooi niet verteerd. Deze spugen ze later weer uit (uilenbal). Als er niet voldoende muizen zijn verandert een jonge uil in een kannibaal en eet hij zijn broertje of zusje op om te overleven. Het moet wel je smaak zijn natuurlijk.’’

Piet weegt een kerkuiltje en vertelt de jeugdige toeschouwers over de deze vogel. (Foto: Henk de Reus)

Tenslotte een vraag van de verslaggever: ,,Een uil is altijd het symbool van wijsheid en verstand geweest (zie ook ‘meneer de uil’ uit de Fabeltjeskrant). Waarom noemen we iemand dan een uilskuiken als we hem of haar een sukkel vinden?” Hierop weet zelfs Piet het antwoord niet. Maar je kunt niet alles weten natuurlijk.

Toekomst

Hoewel Piet de contacten zal gaan missen gaat hij zich niet vervelen. Hij heeft nog een eigen groentetuin, werkt als vrijwilliger bij de Hortus Bulborum in Limmen en rookt graag af en toe paling of makreel. Daarnaast helpt hij ook andere mensen met klusjes. En.. nu hij wat ruimer in zijn tijd zit kan hij tussendoor eindelijk eens een uiltje knappen.