Oorlogsgraven Dorpskerk krijgen eindelijk een gezicht

Castricum – Tijdens de Tweede Wereldoorlog kwamen heel wat vliegtuigbemanningen boven zee om het leven. Ze kregen een zeemansgraf of spoelden aan op de kust. In Castricum zijn zo’n 60 lichamen geborgen. Geallieerde slachtoffers werden meestal begraven in de plaats waar zij aanspoelden. Bij de Dorpskerk bevinden zich 24 oorlogsgraven waarin 36 mensen liggen.

Door Henk de Reus

John Heideman, amateurhistoricus en kenner van de oorlogsgeschiedenis van Castricum, startte in 2007 een onderzoek dat uiteindelijk een gezicht bij 19 oorlogsgraven opleverde. Van de 17 andere personen is onbekend wie zij zijn omdat zij destijds niet geïdentificeerd konden worden. De informatie over de 19 graven kwam Heideman niet zomaar aanwaaien. Soms bracht het toeval hem verder in zijn zoektocht.

Achtergrond

Heideman: ,,Ik was altijd al geïnteresseerd in de achtergrond van de jongens die er begraven liggen en waarvan de naam in de grafzerk is gegraveerd. Als je het gezicht ziet komt het verhaal tot leven en pakt het je meer. Ik was met het onderwerp bezig toen ik op een website een foto van een Engelse soldaat tegen kwam. Toen ik verder zocht kwam ik ook de naam Cecil Herbet Hurle tegen. Hij ligt bij de Dorpskerk begraven.”

,,Hurle kwam om nadat zijn Stirlingbommenwerper door onbekende oorzaak boven de Noordzee crashte. Ik kwam erachter dat zijn kleinzoon in Normandië woont en zocht contact met hem. Hij vertelde mij dat hij het graf al enkele keren met zijn oma had bezocht. Helaas overleed de kleinzoon nog voordat ik hem een bezoek kon brengen, maar zijn vrouw had gelukkig alle informatie, waaronder foto’s van de opa, van haar overleden man bewaard. Het vormde voor mij de prikkel om achter informatie aan te gaan over de andere oorlogsgraven.”

Voor informatie over Cecile Herbert Hurle leidde het spoor naar Normandië.
(Foto: Henk de Reus)

Tankgracht

Inmiddels was er meer bekend over de familie van de begraven soldaten en ook tot welk squadron de laatsten behoorden. Heideman had hierdoor wat meer aanknopingsgegevens voor zijn verdere zoektocht. ,,De eerste die ik heb uitgezocht is Joseph Arthur Boyd. Ik zag dat hij op 16 mei 1945 was omgekomen, dus na de oorlog. Na lang zoeken kwam ik het volgende berichtje tegen: ‘Canadees verdronken in tankgracht’. Het bleek uiteindelijk om een Engelsman uit het plaatsje Devon te gaan.”

,,Ik schreef kranten in Devon en omgeving aan en plaatste er een foto van de grafsteen bij. Hierop kwam een reactie van miss Egan, een buurvrouw van de familie Boyd. Via e-mails en brieven wisselde ik informatie met haar uit. Ze schreef dat de zus van Joseph getrouwd was met een vriend van haar broer en dat deze nog in leven was. Dit was James Wilson, die in een buitenwijk van Londen woonde. Hier wonen veel mensen die naar de naam ‘Wilson’ luisteren. Het leek een onbegonnen zoektocht. Miss Egan had nog een oud adres van James Wilson en warempel daar woonde hij nog. Ik schreef hem meteen een brief.”

Joseph Arthur Boyd kwam kort na de bevrijding door verdrinking om het leven.
Foto: Henk de Reus

,,Maanden later liet Wilson mij weten dat hij bij dezelfde eenheid had gevochten als Joseph. Hij stuurde mij het hele doopzeel van Joseph toe met foto’s erbij. Omdat ik wilde weten of er meer familie van Wilson was ben ik opnieuw een zoektocht gestart. In een advertentie in een van de kranten van een buitenwijk van Londen vroeg ik om meer informatie over James Wilson. Hierop reageerde een van zijn vier zoons, die mij vertelde dat er een oorlogsdagboek van James Wilson was. Hierin is ook beschreven hoe Joseph na de oorlog om het leven is gekomen.”

,,De Engelse eenheid moest na de oorlog op cursus. Joseph had geen zin en bleef achter. Hij is ter hoogte van de Castricummer Werf in het ondiepe deel van de tankgracht gaan zwemmen. Waarschijnlijk is hij toen uitgegleden en in het diepere deel terecht gekomen. Omdat hij de zwemkunst niet machtig was verdronk hij. Triest, want hij maakte hiervoor van alles mee, de slag om Normandië, de uitbraak aldaar en de laatste actie in Nijmegen. Dan kom je als bevrijder naar Castricum om tot rust te komen en verdrink je. Van de zoon van James Wilson hoorde ik dat hij na de oorlog nog met zijn vader in Castricum is geweest om het graf van Joseph te bezoeken.”

Toeval

Hierna leek het spoor dood te lopen totdat Heideman twee jaar geleden bij toeval door iemand getipt werd over de zussen Jacobs. Zij zouden na de oorlog lang contact hebben gehad met Canadese en Engelse bevrijders en waren inmiddels ver in de 90. Een van hen woont in Amerika, de ander in Warmenhuizen.

Heideman: ,,De zussen hebben jarenlang het veldgraf van Richard Taylor verzorgd. Het gevechtsvliegtuig van Richard was boven Castricum gecrasht. De zussen hebben een aantal jaren na de oorlog wekelijks bloemen bij zijn graf gelegd en ook bij de graven van de andere omgekomen vliegeniers die bij de Dorpskerk begraven liggen. Een van de zussen, Paula, werkte vroeger in het oude gemeentehuis en had als taak de contacten met de nabestaanden van de omgekomen soldaten te onderhouden. Toen de zussen elkaar in 2018 ontmoetten zag ik Paula met een klein fotoalbumpje op schoot zitten. Op elke bladzijde stond een foto met de naam en het adres van de omgekomen soldaten. Je wilt niet weten hoe blij ik toen was.”

Missie voltooid

Op één persoon na had Heideman nu van elke soldaat het gezicht. Hij zocht nog naar gegevens van Thomas D. Little. De laatste is in juni 1940 op 24 jarige leeftijd tijdens een luchtgevecht boven Duinkerken om het leven gekomen. Zijn lichaam spoelde maanden later aan op het strand van Castricum. Heideman: ,,Op Internet kwam ik achter de naam van zijn broer, die ook in de oorlog is omgekomen. Via, via lukte het mij uiteindelijk aan een foto van Thomas D. Little te komen. Verder onderzoek leverde nog een foto op van de Pool Nieczijslaw Glass en van de Australiër Jimmy Smith, die hier ook begraven liggen. Met twee neven van Jimmy Smith heb ik contact. Zij zijn hier in 2019 geweest en wilden in 2020 weer komen. Door corona ging dit niet door.”

David en Jennie Smith, respectievelijk neef en nicht van Jimmy Smith, bij het graf van hun oom in 2019.
(Foto: John Heideman)

Heidemans missie lijkt op dit punt voltooid. Hij hoopt dat de herdenking op 4 mei na corona weer op normale wijze kan plaatsvinden. Nu de gezichten van alle geïdentificeerde soldaten bekend zijn zou hij het een mooi gebaar vinden wanneer nabestaanden een krans bij de omgekomen soldaten leggen, terwijl leeftijdgenoten bij diens graf een foto van de overledenen in de hand houden. ,,De herinnering moet levend blijven. Door het gezicht erbij worden de jongens nooit meer vergeten`, aldus Heideman. In zijn derde boek over de oorlog in Castricum, dat later dit jaar uitkomt, besteedt Heideman uitgebreid aandacht aan de persoon achter de naam op de grafsteen.