Omzwervingen van de Nachtwacht beschreven in brochure

Foto boven:
De Kunstbunker aan de Helmweg had in de oorlog De Nachtwacht van Rembrandt enige tijd als ‘gast’. (Foto: Henk de Reus)

Castricum – Tijdens de mobilisatie in 1939 sloot het Rijksmuseum vanwege de oorlogsdreiging de deuren voor publiek. Men was bang voor bombardementen als Nederland in oorlog zou raken met Duitsland en zocht naar een geschikte schuilplaats voor de kunstwerken. In een 35 pagina’s tellende brochure beschrijft John Heideman onder meer de omzwervingen die de Nachtwacht sindsdien maakte.

Door Henk de Reus

Het Rijksmuseum achtte de kop van Noord Holland het veiligst, ver van dichtbevolkte centra en strategische doelen. Dorpen in dit gebied werden een toevluchtsoord voor het nationaal kunstbezit. De reis van de Nachtwacht en andere kunstschatten startte op 3 september 1939. Op deze dag werd het schilderij ondergebracht in het kasteel Radboud in Medemblik. Kort hierop werd een start gemaakt met de bouw van een bomvrije bunker (de huidige Kunstbunker) in Castricum.

Er komen vele handen aan te pas om De Nachtwacht vanuit het Rijksmuseum op een dieplader te plaatsen, waarna deze naar van Amsterdam naar Medemblik wordt gebracht.
(Foto: Anton Bouter)

Bouw Kunstbunker

De keuze voor het duingebied bij Castricum was gemaakt omdat deze locatie goed bereikbaar was via weg en spoor en ver genoeg van belangrijke militaire doelen was gelegen. Het dak en de wanden werden gemaakt van anderhalve meter dik gewapend beton en bovenop de kelder werd een drie meter dikke laag zand aangebracht voor extra bescherming en camouflage. Op 10 april 1940 was de bouw voltooid. Kort hierop werden 500 verschillende kunstcollecties in de kunstkelder opgeslagen, waaronder werk van Van Gogh, Picasso, Rubens en Rembrandt. De kunstcollectie van het Koninklijk huis, een deel van het Haags Gemeentemuseum en een belangrijke collectie van het Joods Historisch Museum uit Amsterdam werden er ook ondergebracht. Ook De Nachtwacht vond tijdelijk huisvesting in de Kunstbunker. Hiervoor moest het schilderij van zijn spieraam worden gehaald omdat het anders niet door de deur kon.

Omzwervingen

Op 21 maart 1941 verhuisde de kunstcollectie van Castricum naar Heemskerk, waar twee speciale kluizen waren gebouwd. In 1942 verdwenen de kunstwerken ook hier weer om te worden ondergebracht in een schuilkelder in Zandvoort. De uiteindelijke bestemming werd de St. Pietersberg in Maastricht. Hier heeft het tot het einde van de oorlog veilig in een kluis gelegen.

De 35 pagina’s tellende brochure over de reis van De Nachtwacht. (Foto: aangeleverd)

Historisch materiaal

Aan de hand van historische foto’s, bouwtekeningen en andere documenten wordt de lezer van de brochure meegenomen op de reis die De Nachtwacht maakte. Er is ook aandacht voor de logistieke aspecten bij het veilig stellen van de kunstwerken. Daarnaast gaat Heideman in op een aantal andere aspecten die de rol van de Kunstbunker bijzonder hebben gemaakt. Zo schrijft hij welke hoogwaardigheidsbekleders en bekende personen uit de kunstwereld (waaronder de familie Van Gogh) tijdens de oorlog in Castricum langskwamen om de kunstwerken te bekijken. Ook de rol van Willem Sandberg, de toenmalige conservator en later directeur van het Stedelijk Museum, wordt uitvoerig belicht. Daarnaast is er aandacht voor de rol van de Kunstbunker als locatie voor het beramen van plannen om het Amsterdamse Bevolkingsregister op te blazen en daarmee te voorkomen dat belangrijke persoonsgegevens in handen van de bezetter zouden komen.

De brochure ‘De Nachtwacht op de vlucht, geëvacueerde kunst in Castricum’ kost € 9,50 en is via http://www.castricumbakkumwo2.nl te bestellen. Vanaf half februari is deze ook te verkrijgen bij Kantoorboekhandel Laan, Museum Huis van Hilde en Bezoekerscentrum De Hoep.