Maartje Marie: ,,Vijfenzeventig plus ook naar de bus”

Castricum – Zeven jaar terug werd bij Maartje Marie (82) door toeval borstkanker bij haar geconstateerd. Als dit toeval niet op haar pad was gekomen was de ziekte waarschijnlijk te laat vastgesteld, want als 75-plusser mag je niet meedoen aan het preventief bevolkingsonderzoek naar borstkanker. Zij maakt zich hier erg boos over.

Door Henk de Reus

Maartje Marie vertelt hoe zij destijds iets vreemds in haar borst voelde. ,,Toen ik zeven jaar terug de mobiele onderzoekswagen van KWF in het dorp zag staan dacht ik nog dat ik een oproep zou krijgen. Deze kwam niet en een paar dagen later was de bus alweer weg. Ik was toen 75 jaar en hoorde dat mensen vanaf deze leeftijd niet in het preventief onderzoek worden meegenomen. Dit vond ik heel raar en ik maakte mij hier boos over. Ik vind dat vrouwen het recht moeten hebben om zich preventief te laten onderzoeken op borstkanker.”

Toeval

,,Kort hierna ging ik met een reisgezelschap op vakantie naar Duitsland. Toen we in Lübeck een kerk bezochten wilde ik een foto van het orgel maken. Terwijl ik een goede positie voor de foto zocht bleef ik achter een knielplank van een bidstoel hangen en kwam ik lelijk ten val. Ik hield er een paar gebroken ribben, een gekneusd been en nog wat klachten aan over. ‘s Nachts lag ik ongelukkig in bed en zocht ik naar een positie waarin ik de minste pijn had. Hierbij ontdekte ik bij toeval een grote knobbel in m’n borst.

Ik ging naar de huisarts die mij onmiddellijk doorstuurde. In het ziekenhuis constateerde men dat ik borstkanker had. Ik werd vrij snel geopereerd. Achteraf bedenk ik dat ik het tijdig vaststellen van de ziekte eigenlijk aan Onze Lieve Heer te danken heb”, zegt ze gekscherend, ,,want als ik toen niet in die kerk was gevallen was ik er waarschijnlijk te laat achter gekomen. Hierna dacht ik steeds dat het eigenlijk raar is dat mensen boven de 75 niet aan het bevolkingsonderzoek naar borstkanker mogen deelnemen.

Twee jaar later stond de KWF bus weer in Castricum. Ik kon het niet laten om er naar toe te lopen en aan de dames van de bus te vragen waarom iemand boven de 75 niet aan het onderzoek mag meedoen. Het ging mij niet alleen om mijzelf, maar ook om mijn leeftijdsgenoten die de bus missen. De dames waren niet blij met m’n vraag en ik kreeg ook geen antwoord.”

Bevolkingsonderzoek borstkanker

Bij het opzetten van het landelijk bevolkingsonderzoek naar borstkanker in 1989 is besloten om alleen vrouwen van 50 tot en met 70 jaar uit te nodigen voor mammografische screening. In 1990 werd de leeftijdsgrens, onder druk van deskundigen en ouderenorganisaties, verhoogd naar 75 jaar. Vrouwen tussen 70 en 75 jaar die aan het onderzoek wilden deelnemen ontvingen niet automatisch een uitnodiging. Zij namen op eigen initiatief deel aan het onderzoek. In 1993 werd de bovengrens weer gesteld op 70 jaar om in 1997 weer te worden verhoogd naar 75 jaar.

Bij dit laatste besluit gebruikte de overheid als argument dat preventief borstonderzoek te belastend zou zijn voor oudere vrouwen. Vrouwen van 75 jaar en ouder mochten op eigen initiatief blijven deelnemen. Met ingang van 1993 is deze laatste mogelijkheid vanwege kostenbesparing stopgezet. Als argument werd toen aangevoerd dat het onduidelijk was of door mammografische screening bij oudere vrouwen het aantal sterfgevallen door borstkanker bij deze groep werd teruggedrongen. Ook zou voor deze groep vrouwen screening meer nadelen hebben, zoals een groter aantal persoonsjaren dat de patiënt moet leven met de wetenschap dat zij de ziekte heeft.

Twistpunt

Maartje Marie staat niet alleen in haar mening. De leeftijdsgrens is al sinds het begin van het bevolkingsonderzoek een twistpunt. In 2007 spande een aantal vrouwen, gesteund door het Clara Wichmanfonds, een proefproces aan omdat zij meenden dat er sprake is van leeftijdsdiscriminatie waar het een gezondheidsvoorziening betreft. Ze eisten opheffing van de leeftijdsgrens en beriepen zich op artikel 1 van de Grondwet en op internationale verdragen. De rechter erkende de onrechtmatigheid van het stellen van een leeftijdsgrens door de overheid. Toch werd de vordering afgewezen omdat de Grondwet en de verdragen uitzonderingen toestaan als daartoe een objectieve rechtvaardiging bestaat.

Reactie KWF

Op de website van KWF – niet de bedenker van de regels – is in de volgende passage aangegeven waarom het bevolkingsonderzoek alleen gericht is op vrouwen van 50 tot en met 75 jaar.

,,Bij vrouwen boven de 75 jaar groeit een tumor meestal heel langzaam. Een belangrijk nadeel is de kans dat borstkanker wordt ontdekt waar vrouwen tijdens hun verdere leven eigenlijk geen last van zouden hebben.” Met name de laatste zin roept vragen op. Reden om het KWF om een toelichting te vragen.

Woordvoerder Mischa Stubenitsky: ,,Bij het bepalen van de doelgroep van bevolkingsonderzoek wordt altijd een afweging gemaakt. Hierbij let je op risico’s en kosten. Dit geldt niet alleen voor borstkanker, maar ook voor baarmoederhalskanker of darmkanker. Hierbij vallen er altijd mensen buiten de boot. Van borstkanker is bekend dat de risico’s om dit te krijgen voor vrouwen onder de vijftig en boven de 75 kleiner zijn. Op het moment dat je de groep boven de 75 jaar ook zou screenen en iets ontdekt, dan kan dit ook tot de nodige onrust leiden, terwijl hiervoor misschien geen reden is.” Vrij vertaald: je moet geen slapende honden wakker maken. Stubenitsky: ,,Dit neemt niet weg dat vrouwen boven de 75 altijd zelf naar de huisarts kunnen gaan als zij twijfels hebben en zich ongerust maken.’’

Maartje Marie blijft intussen strijden tegen de leeftijdsdiscriminatie bij het bevolkingsonderzoek. Zolang er niets verandert adviseert zij vrouwen van 75 jaar en ouder het zekere voor het onzekere te nemen en uit het oogpunt van preventie eens per jaar de huisarts te bezoeken.