Lezerspost: mollen

Na een ochtend met alleen maar regen wilden we wel even naar buiten; lekker fietsen. We staken de Soomerwegh over, reden langs het Jac. P. Thijsse College; de school van onze oudste kleindochter Mia. Pas daarna kreeg ik het gevoel volledig buiten te zijn. We reden langs het mooie volkstuinencomplex waar al driftig werd gewerkt. Zo, ik mag met mijn eigen groentetuin ook wel eens beginnen. Onderweg op het heerlijke fiets- en wandelpad langs Hendriksveld passeerden we een opmerkelijk lang spoor van (wie is de mol?) molshopen. De mollen waren hier net zo ijverig als de volkstuinders, maar wel ondergronds en geheim bezig geweest.

Ter hoogte van een bruggetje kwam ik Rob tegen; Rob die ik in de vorige eeuw voor het laatst had gesproken. Ook hij herkende mij onmiddellijk: Hé Fons, hoe gaat-ie? Best en met jou? Rob bleek na het tennis, het toerfietsen maar vooral het wandelen flink aangepakt te hebben; de naam Santiago de Compostella viel. Zo zo Rob, chapeau. Maar dacht ik, ga ik niet zelf volgende maand met Ineke fietsen in Portugal? Na deze ‘moltalk’ wilde ik nog perse via de Breedeweg met zijn boerderijen en sneeuwklokjes naar huis. Dat hadden we beter niet kunnen doen. Kletsnat kwamen we thuis. Pas toen schoot mij Rob z’n achternaam te binnen: Smit.

Fons Verbeek, Castricum