Leerlingen brainstormen met ondernemers over toekomst dorpskern

Castricum – Het Bonhoeffercollege beschikt sinds 2015 over een eigen Business Class, een aparte klas waar leerlingen zich op vrijwillige basis voor inschrijven. Elke woensdagmiddag werken ze aan de ontwikkeling van hun zakelijke talenten, door praktijkopdrachten uit te voeren. Zo werd in voorgaande jaren al een app ontwikkeld voor de Rabobank en werkte de klas aan een project voor kabelbedrijf UPC. Dit jaar telt de Business Class negen leerlingen. Zeven van hen waren vorige week woensdag in de raadszaal van de gemeente Castricum om met ondernemers van gedachten te wisselen over de toekomst van het dorp.

Wie de jeugd heeft, heeft de toekomst. Deze bekende kreet mocht vorige week wel zeer letterlijk genomen worden. Want hoe moet de dorpskern van Castricum er over pakweg een kwart eeuw uitzien? De scholieren van nu zijn dan wellicht de ondernemers die het dorp een gezicht geven, terwijl de huidige generatie ondernemers tegen die tijd grotendeels gepensioneerd heeft. Voor ondernemers van nu is het dus belangrijk om zich te kunnen verplaatsen in de ideeën van de volgende generatie.

Vanuit die gedachte namen de bedrijfseconomiedocenten Mechteld Hennekens en Herald Kornblum de zeven leerlingen vorige week mee naar het gemeentehuis voor een brainstormsessie. Ze werden hartelijk ontvangen door burgemeester Toon Mans, die een korte uitleg gaf over het werk van de gemeenteraad. Juist een project als dit, waarbij ambtenaren, ondernemers en inwoners zich samen buigen over de inrichting van een gebied, is volgens hem een mooi voorbeeld van wat in de gemeenteraad zoal aan bod komt.

Drie groepjes

De zetels in de raadszaal werden echter deze middag niet bezet door raadsleden, maar onder meer door de ondernemers Sander Weel, Paul Versteeg en Stefan Weijman. Zij wilden graag van de jongeren horen wat hun ideeën over het Castricum van nu en de toekomst zijn. Minstens zo benieuwd naar die ideeën waren gebiedsregisseurs Mirjam van der Horst Jansen-Sikkens en Viviènne Sanders. Zij schoven ook aan in het overleg, evenals wethouder Roel Beems (economische zaken).

In drie groepjes werden ideeën en gedachten op papier gezet. Per groepje nam één vertegenwoordiger van de gemeente Castricum deel, één ondernemer en twee of drie leerlingen. Na afloop volgde een korte presentatie door woordvoerders van de drie groepjes. De centrale vraag was steeds in hoeverre het winkelgebied van Castricum op dit moment aantrekkelijk is voor jongeren en welke ideeën er leven om het winkelgebied ook in de toekomst te kunnen laten floreren. Voor de beleidsmakers een goede kans om nieuwe invalshoeken te ontdekken, door mensen die niet beïnvloed worden door eerdere discussies en barrières.

Kernthema’s

Na een uurtje brainstormen konden vier kernthema’s worden genoteerd. De jongeren van nu blijken zich vooral te richten op entertainment, samenzijn, mobiliteit en zelfstandigheid. Met dat laatst werd bedoeld dat je ook in een relatief kleine winkelkern als die van Castricum goed in staat moet zijn om te kunnen doen wat je doen wilt. Eén van de leerlingen merkte op: ,,Ik woon zelf in Heiloo en daar kun je bijvoorbeeld nergens bij een bank geld storten. Daarvoor moet ik naar Alkmaar.’’

Grote evenementen mogen van de jongeren best wat vaker georganiseerd worden. Ook het winkelen zelf blijkt een bezigheid te zijn die men het liefst samen met iemand anders onderneemt. De nadruk moet dus liggen op het samen tijd ergens door kunnen brengen. Het veel besproken mobiliteitsvraagstuk van de gemeente Castricum baart ook de jongeren zorgen, zo blijkt uit de discussie. ,,Het is wel erg druk met al die auto’s in het dorp’’, concludeerde één van de leerlingen.

Winkelaanbod en horeca

Over het winkelaanbod in Castricum verschillen de meningen. ,,Het aanbod in bijvoorbeeld merkkleding is onvoldoende’’, vond de één. ,,Jongeren denken groot, dus ze gaan niet naar iets kleins toe voor kleding. Daar hoeft Castricum zich niet in te verbeteren’’, meende de ander. De weekmarkt blijkt in elk geval voor veel scholieren een populaire bestemming te zijn. Ook willen de jongeren graag wat meer specifiek op hen gerichte horeca: ,,Er is geen betaalbare eetplek voor scholieren waar je iets voedzaams kunt krijgen.’’

Vervolg

Alle reacties worden in de komende tijd verder uitgewerkt tot een eindpresentatie, die vermoedelijk medio april zal gaan plaatsvinden. De gekozen aanpak voor behandeling van de thema’s in de Business Class spreekt de leerlingen zeer aan. Loïs (16) uit havo 4 zegt: ,,Je bent er op deze manier echt mee bezig. De impact van het werken op locatie is groter.’’ Haar klasgenoot Sem bevestigt: ,,Dit is een heel andere ervaring dan in de schoolbanken zitten. Dat is echt de meerwaarde van dit project. Ik vind het heel interessant.’’

Ook wethouder Roel Beems is in zijn nopjes met deze vorm van onderwijs en met het gezamenlijke project. ,,Jongerenparticipatie is sowieso top, maar dit is ook heel inspirerend omdat de jongeren niet belast zijn door discussies uit het verleden.’’ Beems verwijst naar het coalitieakkoord, waarin staat beschreven dat men de vitaliteit van de dorpskern wil verbeteren. Tijdens de evaluatie van de brainstormsessie opperde de wethouder de suggestie om de scholieren te laten nadenken over een app, die alle winkels in de dorpskern met elkaar verbindt en waar de bezoeker middels een zoekopdracht direct de winkel(s) kan vinden waar de gezochte producten te koop zijn. (Foto: De Castricummer)