Kleine Nelson sliep boven het moordwapen van Hannie Schaft

Foto boven:
Nelson Bult voor de woning aan de Pagelaan nr. 8, waarin Hannie Schaft zich in de oorlog schuil hield. (Foto: Henk de Reus)

Limmen – Nelson Bult hoorde pas jaren na de oorlog van z’n ouders dat Hannie Schaft zich destijds schuil hield in de ouderlijke woning aan de Pagelaan. Ook vernam hij toen dat er in deze periode wapens onder zijn matras in de kinderwagen lagen. Deze werden gebruikt om ‘foute mensen’ mee te liquideren.

Door Henk de Reus

Nelson Bult (77) werd op 6 september 1943 geboren. Hij was te jong om iets van de oorlog mee te krijgen. Op latere leeftijd hoorde hij van z’n ouders welke belangrijke rol de ouderlijke woning in de Tweede Wereldoorlog speelde. De verhalen van toen zijn goed bewaard gebleven, evenals een aantal foto’s. Nelson vertelt er graag over.

De familie Bult in 1946, met Nelson geheel links. (Foto: aangeleverd)

Rechtvaardigheidsgevoel

,,Mijn ouders, Jan en Trijntje Bult, waren heel sociaal en hadden een groot gevoel van rechtvaardigheid. Voor de oorlog boden zij al onderdak aan personen die om welke reden dan ook in Duitsland niet meer gewenst waren omdat ze tegen het Nazi regime waren. In deze periode hadden m’n ouders al contact met Jan Brasser uit Uitgeest. Zowel hij, als mijn ouders en mijn oom waren lid van de Communistische Partij Nederland (CPN). Vanaf 1941 werd het riskant om onderduikers op te nemen. Mijn ouders namen het risico voor lief. Het is wel eens gebeurd dat de Duitsers een razzia hielden en bij ons aan de deur kwamen. Hannie Schaft lag toen boven te slapen. Omdat in die periode de bof heerste wisten mijn ouders de Duitsers buiten de deur te houden.”

Hannie Schaft (1920-1945) en Jan Bonekamp (1914-1944) verbleven tijdens de oorlog een periode in Limmen. (Foto: aangeleverd)

Verzet

Jan Brasser werkte in het begin van de oorlog als smelter bij het toenmalige Hoogovens. Hij saboteerde het proces waardoor er onvoldoende staal voor de Duitsers kon worden geleverd. Toen men dit in de gaten kreeg ging hij ondergronds verder in het verzet. Nelson: ,,Via Jan Brasser kwamen mijn ouders in contact met het Zaans Verzet. Ze boden ook onderdak aan verzetsmensen. Jan Bonekamp uit IJmuiden was een van hen. Begin 1944 kwam hier Hannie Schaft uit Haarlem bij.’’

Nelson vervolgt: ,,Dan weer verbleven zij een tijdje op ons huisadres, dan weer trokken zij er enkele dagen op uit om opdrachten uit te voeren die zij van het verzet kregen. Mijn ouders wisten niet wanneer ze kwamen en waar ze naartoe gingen. Als ze aankwamen openden ze het raampje in de voordeur (dit was niet aan de binnenkant afgesloten), staken hun hand er doorheen en openden het opdekslot aan de binnenzijde. Als zij bij ons waren sliep het hele gezin beneden en zij op de twee slaapkamers boven. De buren hebben nooit geweten dat wij verzetsmensen in huis hadden. Overigens lag de ouderlijke woning toen verscholen achter groen, zodat deze vanaf de weg niet opviel ”

Kinderwagen Nelson (inzet pistool Hannie Schaft). (Foto: aangeleverd)

Verzetswapens werden verstopt onder de hooiberg. Bonekamp en Schaft verborgen hun eigen wapens onder het matrasje van de kinderwagen. Deze stond onder de kapstok. Nelson: ,,Mijn moeder wist aanvankelijk niet van de wapens. Op een dag legde m’n moeder mij in de kinderwagen en zette deze buiten op het bleekveld. Toen Jan Bonekamp en Hannie Schaft erop uit wilden gaan en ze de kinderwagen niet zagen staan vroegen ze aan m’n moeder waar deze was. M’n moeder zei dat deze buiten stond en dat ik erin lag te slapen. Ze zeiden dat ze hun ‘paraplu’s’ uit de kinderwagen wilden halen. M’n moeder begreep direct dat ‘paraplu’s’ codetaal was voor wapens. Ze zei dat ze maar moesten wachten totdat ik weer wakker was. Ze was niet te vermurwen. Jan Bonekamp is toen de tuin maar gaan schoffelen en Hannie Schaft trok zich terug op haar slaapkamer.

Toen mijn moeder door kreeg waarmee ze zich bezig hielden vroeg ze Hannie Schaft eens of ze het niet vreselijk vond om mensen om te brengen. Ze kreeg als antwoord ‘Trijntje, als wij dit niet doen brengen deze mensen veel meer onschuldige mensen om het leven’.”

Liquidatie

Via Jan Brasser kreeg het tweetal de opdracht om Willem Ragut te liquideren. Ragut was NSB´er en werkte voor de Sicherheitsdienst. In deze hoedanigheid was hij verantwoordelijk voor de arrestatie van verschillende verzetsmensen. Op de vroege ochtend van 21 juni 1944 reden Jan Bonekamp en Hannie Schaft op de fiets van Limmen naar Zaandam en troffen Ragut op de Westzijde aan. Hier ging het mis. Ragut was op weg van zijn huis naar het politiebureau, toen Hannie Schaft hem in de rug schoot.

Ragut hield rekening met een aanslag op zijn leven en droeg twee pistolen bij zich. Hij slaagde er nog in om Jan Bonenkamp in de rug te schieten. De laatste liep zwaar gewond een woning binnen. De bewoonster wist niet wat ze met de situatie aan moest en waarschuwde de politie, die vervolgens de Sicherheitsdienst inschakelde. Bonekamp werd gearresteerd en verhoord voordat hij aan zijn verwondingen overleed. Hannie Schaft is in paniek naar Limmen terug gefietst. Kort voordat Jan Bonekamp stierf noemde hij onder druk van de Duitsers nog de naam van Hannie Schaft. In zijn portefeuille droeg hij een foto bij zich die de Duitsers van pas kwam toen zij Schaft negen maanden later arresteerden.

Jan Brasser (1908-1991) had een spilfunctie in het verzet. (Foto: aangeleverd)

Jan Brasser

Na de oorlog bleef het contact tussen de ouders van Nelson en Jan Brasser bestaan. Jan Brasser (schuilnaam ‘Witte Ko’), wilde na de oorlog terugkeren bij Hoogovens, maar werd door het bedrijf geweigerd. Hij werd als een communist gezien en hiervoor was geen plek. Zelfs niet voor een verzetsheld die met een medaille van Koningin Wilhelmina was geëerd. Vakbond FNV zette zich vorig jaar in voor eerherstel van Jan Brasser. Zijn dochter en kleindochter ondersteunden dit initiatief. Zij drongen aan op postuum eerherstel bij de directie van Hoogovens. Het leidde ertoe dat de staalfabriek verzetsheld ‘Witte Ko’ postuum eerherstel verleende door zijn naam te verbinden aan het plantsoen bij het Hoogovensmonument. Verder zal er een door historicus Filip Bloem geschreven boek over de verzetsheld uitkomen. De kosten van deze uitgave worden gedragen door de staalfabriek.

Nelson is blij met deze initiatieven. ,,Deze man verdient het. Er is alleen tussen Krommenie en Assendelft een tunnel naar hem vernoemd. Zelfs in Uitgeest, zijn voormalige woonplaats, vind je niets terug wat aan hem herinnert. Eigenlijk zou de naam van Jan Brasser aan een plantsoen of iets dergelijks in Limmen verbonden moeten worden. Het zou geweldig zijn als de gemeente zich hiervoor wil inzetten.