Geen grote verrassingen in gemeentelijke financiën

Castricum – Meer kosten voor toezicht en handhaving tijdens de coronajaren. Maar ook minder kosten aan afschrijvingen voor wegen en fietspaden, door een gewijzigd activabeleid. De gemeentelijke boekhouding is voortdurend in beweging. Waar je aan het begin van het jaar soms denkt dat je enkele tonnen overhoudt, kan dat halverwege het jaar opeens heel anders uitpakken. Vorige week presenteerde het college de eerste financiële rapportage van dit jaar aan de gemeenteraad. Grote verrassingen staan er niet in, de begroting voor de eerstkomende jaren is sluitend.

Door Raimond Bos

Sinds het huidige college vorig jaar na de gemeenteraadsverkiezingen werd benoemd, is nu de eerste kadernota van deze coalitie een feit. De kadernota geeft op hoofdlijnen aan welke beleidsdoelen men in de komende tijd wil realiseren. Het document geeft aan welke wettelijke taken uitgevoerd moeten worden, welke koers het college zelf wil varen en welke kosten hiermee zijn gemoeid. Eventuele tussentijdse wijzigingen in de begroting van het lopende jaar worden direct meegenomen, zodat er aan het eind van 2023 geen grote verrassingen kunnen komen. Wethouder Roel Beems (financiën) vat het bondig samen: ,,Een document waarin we onze ambities samenbrengen met een doorkijkje naar de komende vier tot vijf jaar. Het is een politiek moment, voor de fracties in de raad bij uitstek een moment om hun eigen standpunten naar voren te brengen. Ik moedig ze dan ook graag aan om kleur te bekennen.’’

Begrotingsgat vanaf 2026

Voor de eerstkomende jaren ziet het gemeentelijke huishoudboekje er prima uit. In 2023 verwacht de wethouder 277.000 euro over te houden, voor 2024 en 2025 is dat respectievelijk 68.000 en 181.000 euro. Daarna staat echter een forse min in de boeken: 2026 kent vooralsnog een tekort van bijna 1,7 miljoen euro, terwijl in 2027 het tekort zelfs oploopt tot boven de 7,3 miljoen euro. De oorzaak van die forse tekorten valt echter de gemeente Castricum niet aan te rekenen. Alle gemeenten in Nederland verkeren voor 2026 en 2027 vooralsnog in onzekerheid over de uitkering die ze zullen krijgen vanuit het Rijk.

Juist die uitkering is de grootste bron van inkomsten voor een gemeente, maar de regering heeft zich tot nu toe op het standpunt gesteld niet ‘over het graf’ te willen regeren en neemt dus een afwachtende houding aan. De financiële spelregels voor een gemeente bepalen echter dat je een bedrag pas mag inboeken in de begroting, als je er ook zeker van bent dat je het krijgt.

Beems: ,,Iedereen dacht steeds dat het Rijk nog wel over de brug zou komen, maar er zijn steeds meer signalen dat dit niet geheel zal gebeuren en dat de gemeenten zelf oplossingen moeten bedenken voor de financiële problemen.’’ Eén van de oplossingen die het college nu voorstelt, is om dit jaar en de twee volgende jaren alvast jaarlijks 750.000 euro in een spaarpotje te stoppen, zodat in 2026 in elk geval ruim twee miljoen euro beschikbaar is om een eventueel tekort te kunnen opvangen.

Plussen en minnen

Voor een aantal projecten is de gemeente Castricum in de komende periode meer geld kwijt dan vooraf was ingeschat. Soms heeft dat te maken met gestegen uitvoeringskosten. Zo blijkt de realisatie van een nieuwe EHBO-post op het strand 118.000 euro duurder uit te vallen, doordat de bouwkosten sterk zijn gestegen. Voor de reconstructie van de Rijksweg in Limmen is zelfs 1,3 miljoen euro extra in de begroting gezet, onder meer vanwege de langere uitvoeringsduur en de gestegen kosten, maar ook om eventuele onvoorziene kosten bij voorbaat te kunnen dekken. Bij veel projecten kunnen de plussen en de minnen volgens Beems tegen elkaar weggestreept worden. Hij licht toe: ,,Heb je bijvoorbeeld meer aanvragen voor bouwvergunningen, dan stijgen de kosten voor de ambtelijke uren om die aanvragen te behandelen. Maar daar staan dan weer hogere inkomsten uit bouwleges tegenover.’’

Toetsing door provincie

De provincies houden in ons land toezicht op de financiën van de betrokken gemeenten door de jaarlijks de begroting te toetsen. Die moet altijd sluitend zijn, maar door de onduidelijkheid vanuit Den Haag over de uitkeringen vanaf 2026 is dat nauwelijks te realiseren. Beems: In november was het standpunt van de provincie dat men alleen zou toetsen op het eerstvolgende jaar. Sindsdien is nog geen nieuw standpunt bekend. Als de begroting voor 2024 sluitend is, is dat mogelijk al voldoende om door die toetsing heen te komen. Intussen moeten we deze zomer gaan nadenken over de mogelijke scenario’s als het Rijk niet over de brug komt of als de provincie de toetsingscriteria strakker aanhoudt.’’

Tijdspad

Komende maand zal de gemeenteraad moeten instemmen met de kadernota. Daarbij zullen naar verwachting door de diverse raadsfracties moties worden ingediend, dat zijn discussiepunten waarmee de politieke partijen hun eigen kleur kunnen geven aan bepaalde beleidskaders. Pas in het najaar komt de gedetailleerde financiële uitwerking in de begroting voor 2024 aan de orde. (Foto: Bos Media Services)