Eindeloze fascinatie voor de wondere wereld van een bijenvolk

Limmen – Albert Einstein zei in 1965 ‘Als de bij uitsterft, heeft de mensheid nog maar vier jaar te leven’. Een boude bewering, zo lijkt het. Maar als je bedenkt dat driekwart van ons voedsel tot stand komt via de bestuiving door bijen dan besef je hoe belangrijk bijen voor ons zijn. Het gaat slecht met de bijenpopulatie, vooral met de honingbij. Dit is zorgwekkend.

Door Henk de Reus

In de voortuin van zijn woning in Limmen heeft Arnold Kuijs (64) een bord opgehangen met hierop de tekst ‘Echte honing van de imker hier verkrijgbaar’. Samen met collega-bijenhouder Rick Wijker heeft hij acht bijenkasten op begraafplaats Onderlangs staan. Arnold trekt zich het lot van de bijen aan. Hij volgt de ontwikkelingen op de voet.

Een honingraam van dichtbij. De zeshoekige cellen zijn met uiterste precisie door de bijen aangelegd. Het grijze gebied is rijpe honing die is afgedekt met een laagje bijenwas. (Foto: Henk de Reus)

Bewondering voor natuur

Arnold: ,,Als kind verwonderde ik mij al over de dingen in de natuur. Ik kon minutenlang naar een bloemetje of naar een insect kijken.’’ Het was dan ook niet vreemd dat Arnold op latere leeftijd een opleiding aan de Middelbare Tuinbouwschool volgde en bij de afdeling Groenvoorziening van de gemeente Castricum ging werken. Een advertentie ‘cursus beginnend imker’ trok in 2011 zijn aandacht. Kort na het behalen van het diploma begon hij met het houden van bijen. Hieraan beleeft hij veel plezier.

Oorzaken bijensterfte

Arnold: ,,Landelijk overleefde 37 procent van de Nederlandse bijenvolken afgelopen winter niet. Dit is het grootste aantal sinds 2010, toen bijna dertig procent het loodje legde. Normaal mag je uitgaan van een sterfte van tien tot vijftien procent in een seizoen. Zelf verloren Rick en ik twintig procent (30.000 bijen) van onze bijenpopulatie. Uit onderzoek blijkt dat dit te maken kan hebben met gewasbestrijdingsmiddelen, insecticiden, parasieten zoals de varroamijt, minder voedsel en de effecten van klimaatverandering. Vroeger had je strenge winters waarbij de bijen in hun kast bleven zitten. Tegenwoordig schommelt de temperatuur in de winter. Dan gaan bijen naar buiten en verspillen ze energie terwijl er nog geen voedsel is.’’

Doppen breken

Arnold neemt de verslaggever mee naar zijn bijenkasten. Het aantrekken van beschermende kleding is een must, ook voor de imker. Al verzorgt hij zijn bijen nog zo goed, zij zien hem toch als een bedreiging van hun territorium. Rick is al begonnen met het breken van doppen. Dit doen hij en Arnold om de elf dagen. Arnold: ,,Als bijenvolken te groot worden gaan ze zwermen en raak je ze kwijt. Daarom breken we de doppen van koninginnenbijen die nog geboren moeten worden. Zo houden we steeds één koningin over die de eitjes legt. Dit zijn er wel duizend tot tweeduizend per dag. Ze blijft haar hele leven (vijf tot zeven jaar) vruchtbaar en komt niet meer uit de kast. De (zomer)werkbijen worden niet ouder dan vijf of zes weken. Dan vallen ze door het harde werken letterlijk dood neer. Hun taak zit er dan op.’’ Arnold haalt een raam uit de bijenkast en direct vliegen er een aantal bijen om hem heen. Een massaal gezoem volgt. Op de honingraat zelf is het een drukte van jewelste. Alles krioelt door elkaar. Terwijl de bijen het zo druk hebben als een klein baasje straalt Arnold een en al rust uit. Hij wijst naar een geelbruine uitstulping op de broedkamerraat. ,,Dit is zo‘n dop waarop ik doel. Hij lijkt veel op een pinda.’’

Arnold bekijkt een honingraam uit de bijenkast om te zien of er doppen op zitten. (Foto: Henk de Reus)

Maar wat gebeurt er als de bijenkoningin het loodje legt of uitvliegt? Arnold: ,,In dat geval voorzien de werkbijen een aantal achtergebleven eitjes met koninginnen-gelei waardoor er weer een nieuwe koningin ontstaat.’’ Opgelost.

Prachtig organisme

Op de vliegplank bevinden zich twee bijen met de kopjes tegen elkaar. ,,Kijk’’, zegt Arnold, ,,hier zie je een ‘haalbij’ die de zojuist verzamelde nectar uitspuugt. De ‘huisbij’ zuigt deze op en voegt er maagsappen aan toe. Hierdoor wordt de nectar omgezet in honing. Ieder heeft zijn eigen taak. Mensen kunnen nog heel veel leren van de wijze waarop bijen samenwerken en op elkaar inspelen. Ook de manier waarop bijen met elkaar communiceren (via de bijendans) is wonderlijk. Een bijenvolk is zo’n prachtig organisme.’’

Arnold laat zien dat het oppervlak van een raam helemaal gevuld is met zeshoekige cellen. Arnold: ,,De oorspronkelijke raat is een dun plaatje, waarop als basis wat bijenwas is gesmolten. Dit maakt het voor de bijen gemakkelijker om hierop cellen te bouwen. Ze bouwen zeshoekige cellen omdat deze het beste in elkaar passen en er zodoende geen ruimte verloren gaat. Zo wordt het oppervlak optimaal benut. Het bouwen van de cellen doen zij puur op gevoel, in het donker, zonder meetlat en met uiterste precisie.’’

Een bijzonder tafereel: de ‘haalbij’ (rechts) geeft de nectar over aan een ‘huisbij’. (Foto: Henk de Reus)

Arnold vervolgt: ,,Het ‘promotiesysteem’ bij bijenvolken is ook zo bijzonder. Als ze pas geboren zijn beginnen ze, zonder dat hen dit is geleerd, met het schoonmaken van de cellen waarin de bijenkoningin haar eitjes legt. Later stijgen ze op de maatschappelijke bijenladder. Van poetsbij worden ze zorgbij, huisbij, haalbij, of wachter.’’ Voor een bezige bij lijkt dus een prima carrière in de toekomst te zijn weggelegd.

Honing

Arnold legt uit waarom bijen honing maken. ,,Ze zuigen nectar uit bloemen en door toevoeging van eigen maagsappen wordt dit honing. Zij doen dit voor zichzelf. Het is hun voedsel voor de winter. Het stuifmeel van de bloemen is voeding voor de larven. Imkers sluiten meestal een deal met de bijen. Ze halen de honing weg voor consumptie en geven de bij hier suikerwater voor terug. Dit vinden de bijen prima. Eén bijenvolk (bijenkast) produceert gemiddeld zo’n 25 tot 30 kilogram honing.’’

Toekomst van de bij

Arnold: ,,Ik merk dat mensen en gemeenten steeds meer bezig zijn met het strooien van bloemrijke zaadmengsels. Biodiversiteit krijgt steeds meer aandacht. Ook maken tegels steeds meer plaats voor groen. De strakke en steriele tuinen van twintig jaar terug zie je steeds minder. Ik ben wel positief over de toekomst van bijen.’’

We sluiten het bezoek af, trekken de beschermkleding weer uit en spreken af dat we het binnenkort over de voortplanting van bijen, het oogsten van honing en over de bijendans zullen hebben. Vooral dit laatste schijnt een bijzonder fenomeen te zijn.

Kent u ook iemand met een bijzondere hobby, beroep of een bijzonder verhaal, laat het de redactie weten via redactie@castricummer.nl.