Eeuwige discussie over strandplannen duurt voort

Foto boven:
De deelnemers aan het debat. Van links naar rechts: Martin Coenen, Gerard Brinkman, Mariska Tauber, José Smits, Daniëlle Pinot, Ivor Balke, Ron de Haan en Elize Bon. (Foto: Hans Boot)

Castricum – Sinds er commercie is op het Castricumse strand vinden er tussen ondernemers en overheden onderhandelingen plaats over bestaansrechten en toevoeging van voorzieningen. Het laatste plan ‘100 jaar genieten’ is voorgelegd aan de gemeenteraad en stond vorige week dinsdag centraal in een debat.

Door Hans Boot

Dirk Bakker zette in 1924 het eerste paviljoen neer op het Castricumse strand rechts van de strandafgang, waar nu Zoomers is gevestigd. Het paviljoen droeg de naam ‘Zee- en Strandzicht’ en verhuisde later naar de plek links van de afgang. Nadat de Zeeweg in 1925 was bestraat, nam de nering op het strand alleen maar toe en passeerden diverse plannen de revue. In 1939 hadden burgemeester en wethouders een plan in beraad tot het aanleggen van een boulevard en in 1966 stelde de gemeenteraad een bestemmingsplan vast dat voorzag in de bouw van een hotel c.q. pension, enkele winkels en twee grote parkeerterreinen. Oudste rechten Aannemer Biesterbos toonde interesse in de uitvoering van de plannen, aangezien hij de oudste rechten bezat op een groot deel van de benodigde grond die hij van de provincie pachtte. Biesterbos diende in 1968 een opvallend plan in, maar dat sneuvelde. In 1994 werd het erfpachtcontract gesplitst en ging restaurant Blinckers (voorheen ‘De Kim’) naar een andere eigenaar. In het voorjaar van 2001 kocht Biesterbos het erfpachtcontract weer terug met als doel daar een hotel te bouwen.

Het eerste paviljoen in 1924 met daarvoor een kiosk. (Foto: Oud-Castricum)

Strandhotel

In 2020 opende Zoomers op het plateau een strandhotel, dat officieel de bestemming ‘logies met een winkelfunctie’ heeft. Wat de paviljoens betreft kregen de ondernemers te maken met de nodige onzekerheden. Sinds 2011 geldt er een nieuw bestemmingsplan en bezitten vier paviljoens weliswaar een ‘jaarrondvergunning’, maar door nadere eisen van het hoogheemraadschap werden de ondernemers gedwongen om voor september 2020 met hun gebouw naar voren of in de hoogte te gaan. In tussentijd kwam corona om de hoek kijken, waardoor er behoorlijke verliezen werden geleden. De voorwaarden voor verplaatsing werden echter versoepeld.

Nieuw plan

De tegenslagen van de laatste jaren weerhielden de ondernemers er niet van om het gemeentebestuur een plan te presenteren onder de naam ‘100 jaar genieten in Castricum aan Zee’. Het plan, dat verwijst naar aspecten als ontwikkelingen en veranderingen in toerisme, strandbezoek en verduurzaming eindigt met een concreet integraal plan. Dat bestaat uit acht punten, waaronder opwaardering van het strandplateau en realisatie van een veilige en gastvrije strandafgang.

Een plan van Biesterbos uit 1968. (Foto: Oud-Castricum)

Herbestemming Blinckers

Een belangrijk item is ook de herbestemming van de locatie Blinckers tot hotel en appartementen. Strandwethouder Ron de Haan lichtte toe waarom dit voornemen zo gevoelig ligt: ,,Een hotelplan maakt alleen kans als dat precies past binnen de footprint van Blinckers. Daarnaast hebben we te maken met het Kustpact uit 2017, de provinciaal ruimtelijke verordening en het vigerende bestemmingsplan. Alle nog niet in het bestemmingsplan geregelde uitbreidingen en bouwontwikkelingen aan de kust krijgen geen doorgang. Bovendien ligt de locatie van Blinckers middenin een natuurgebied waar de hoogst mogelijke bescherming van toepassing is. Biesterbos heeft echter nog geen omgevingsvergunning aangevraagd, dus we hebben ook nog niets kunnen toetsen aan de wet- en regelgeving. Er is wel een conceptaanvraag binnengekomen voor het appartementenhotel. Op ambtelijk niveau wordt er nu met Biesterbos overleg gevoerd over de haalbaarheid, slagingskans en technische vragen. Verder wil ik nog wijzen op de nieuwe ‘Kadernota Strandgebied Castricum’ die dit jaar wordt afgerond. Daarin wordt een voorzet gegeven voor nieuw beleid, waarin ook dit soort plannen kunnen worden meegenomen.’’

Debat

Genoemd ondernemersplan was voor de Overleggroep Strand (OSC) aanleiding om een ‘Politiek café Strandgebied’ te organiseren met het oog op de gemeenteraadsverkiezingen. Daarvoor werden alle verkiesbare partijen uitgenodigd om in paviljoen Deining op dinsdagavond 15 februari met elkaar onder deskundige leiding van voorzitter Mees Hartvelt in debat te gaan. Dat gebeurde aan de hand van een viertal stellingen, waarop de debaters in blokken van drie of twee mochten reageren. Zij kregen elk een pitch van anderhalve minuut, mochten daarna een minuut op de stelling reageren en kregen vervolgens nog vijf minuten de tijd om met elkaar of het publiek in gesprek te gaan.

Stellingen

De eerste stelling betrof de vraag of de gemeente en alle bij het strand betrokken partijen de ambitie hebben om het parkeerterrein geheel uitstootvrij en klimaatneutraal te maken. GroenLinks (Gerard Brinkman) was daar een voorstander van, maar Martin Coenen (VVD) en Ron de Haan (De VrijeLijst) waren het er fundamenteel mee oneens.

Bij stelling twee ging het erom of het stimuleren van elektrische voertuigen en laadpalen zin heeft. Elize Bon (CDA) vond dat de gemeente dit kon ondersteunen. Daniëlle Pino (Forza!) was wel voor het faciliteren van de ondernemers, maar wilde ook dat er gestopt werd met klimaatbeleid. Namens D66 waarschuwde Ivor Balke voor ‘het blindstaren op laadpalen’.

Artist impression van paviljoen Zoomers met strandhuisjes. (Afbeelding: aangeleverd)

‘Familiestrand’

De derde stelling liet een keuze open tussen het bestemmen van het Castricumse strand als familiestrand of dat dit gericht zou moeten zijn op meer evenementen. José Smits (PvdA) zei daarop dat ze het strand als een park zag, maar er ook ruimte moet zijn voor meer vertier als dat niet ten koste gaat van de rust en natuur. Mariska Tauber (LokaalVitaal) stelde dat het vertier al voor een groot deel aanwezig is en dat massatoerisme onacceptabel is. Zij voegde daaraan toe dat er al twee ondernemers zijn die afstand willen doen van hun feestzaal.

Cofinanciering

Voor de vierde stelling, de vraag in hoeverre de gemeente bereid is om geldmiddelen vrij te maken voor het integrale plan, mochten alle debaters plaats nemen achter de tafels. Uit de reacties bleek dat de partijen over het algemeen openstaan voor cofinanciering. Ron de Haan deelde daarop mee dat de gemeente jaarlijks 1,3 miljoen euro ontvangt aan toeristenbelasting. Daarvan zou circa 185.000 euro bestemd zijn voor versterking van winkel- en verblijfsgebieden en daar zou het strand ook onder kunnen vallen.

De Haan benadrukte ook nog eens dat de gemeente in feite vrijwel niets over het strand heeft te vertellen, omdat zij geen eigenaar is van de grond. Dit ontlokte Elize Bon de oproep om de gesprekken met de vertegenwoordigers van de provincie te blijven aangaan.

Nadat het publiek zich opnieuw mocht laten horen, werd de onduidelijke afvalscheiding op het strand en het rommelige aanzien van het strandplateau, alsmede het ontbreken van voldoende (invaliden)toiletten, als minpunten genoemd.

Daarmee werd het na 2014 tweede stranddebat beëindigd. De hamvraag is of de uitkomsten van deze avond enigszins tegemoet komen aan de verwachtingen van de ondernemers. Dat zal na half maart moeten blijken. Dan moet er gedeald worden met een nieuw college en een nieuwe gemeenteraad, maar dat betekent wellicht ook nieuwe kansen.