College houdt vast aan ontwerp woningen Koekoeksbloem

Castricum – Vorige week dinsdag vond er een inloopbijeenkomst plaats over de stand van zaken van de plannen voor de bouw van woningen op de voormalige locatie van de Montessorischool aan de Koekoeksbloem. Deze avond werd gevolgd door een raadsinformatieavond. Na afloop was de conclusie dat de gemeente en de omwonenden lijnrecht tegenover elkaar staan, dus het vervolgproces belooft nog wat.

Door Hans Boot

Twee weken geleden werd in deze krant meegedeeld dat het Buurtcomité Koekoeksbloem zich niet gehoord voelde wat haar bezwaren tegen het voorlopig ontwerp van de plannen op deze locatie betreft. De hoop was dus nog enigszins gevestigd op de bijeenkomsten van vorige week, maar de belangrijke constatering was dat het eerder getoonde ontwerp in grote lijnen wordt gehandhaafd. Voordat projectleider Gerard van Zomeren donderdag de stand van zaken van de herontwikkeling aan de raad mocht toelichten, memoreerde voorzitter Harold Ebels (D66) nog even dat er in het afgelopen jaar verschillende stappen waren gezet en het programma was verfijnd. Daar voegde hij aan toe dat er in de komende twee maanden voor dit project een intentieovereenkomst met Kennemer Wonen wordt gesloten.

Doorstroming

Zoals gebruikelijk verrichtte wethouder Slettenhaar de bestuurlijke aftrap voor deze avond. Hij zei: ,,De gemeente heeft de opdracht om de komende jaren woningen te bouwen in het betaalbare segment, dus sociale huur en middenhuur. Het programma voor Koekoeksbloem bestaat uit twee blokken, waarvan het eerste met 43 driekamerappartementen in de middenhuur en het andere met 46 twee- en driekamerappartementen in de sociale huur. De doelgroep is een mix van ouderen en jongeren.’’ Vervolgens startte Van Zomeren zijn presentatie aan de hand van sheets.

De projectleider blikte terug op het proces vanaf het vertrekpunt van de raad in 2021 om de Montessorischool te bestemmen voor woningbouw. Na de verkenning was de conclusie dat er meer appartementen nodig zijn voor kleine huishoudens als je kijkt naar wachtlijsten en er ook veel behoefte is aan doorstroming. Verder was er gekeken naar invulling van de openbare ruimte en het parkeren. Dat resulteerde in circa 125 parkeerplaatsen, die het gebied volgens de projectleider zou kunnen hebben. Tevens was er aandacht besteed aan de uitstraling van de bouw op basis van referenties als bijvoorbeeld een parkachtige uitstraling of een landhuisidee.

Bezwaar en beroep

Van Zomeren deed ook verslag van de inloopbijeenkomst van twee dagen eerder en noemde die ‘goed maar pittig’. Teleurstellend vond hij de bezwaren uit de buurt tegen de hoogte en massa van het project. ,,Desondanks gaat de gemeente verder met model 3 en heeft zij de bewoners nodig om verder mee te denken. Van de inloopavond wordt een verslag gemaakt en naar aanleiding van de reacties wordt onderzocht of daar wat mee kan worden gedaan. Daarna ontvangt de raad een totaalpakket’’, aldus de projectleider.

De vervolgprocedure houdt in dat de raad naar verwachting het ruimtelijk kader binnen drie maanden vaststelt. Bij die besluitvorming zijn er inspraakmogelijkheden voor betrokkenen. Na het ruimtelijk kader wordt het plan uitgewerkt en volgt de procedure voor het verlenen van de omgevingsvergunning. Voor belanghebbenden staan dan bezwaar en beroep open tot aan de gang naar de rechter. Desgevraagd liet Van Zomeren nog weten dat er op dit moment met het verlenen van de omgevingsvergunning minstens een jaar was gemoeid.

Vervolgstappen

Als voorschot op de politieke behandeling van de bouwplannen stelden sommige raadsleden en buurtbewoners alvast wat vragen. De raadsleden wilden onder andere weten hoe het tijdspad eruit zag en of het overleg met het buurtcomité nog werd voortgezet. Op de laatste vraag was het antwoord dat de tegenstelling voortduurt en je op deze wijze niet verder kunt met elkaar. Een bewoner kon het maar niet begrijpen dat de procedure zich beperkt tot één ontwerp dat wringt met de omgeving en merkte op: ,,Het lijkt erop dat de woningnood op brutale wijze opgelost moet worden op een heel klein hoekje van Castricum. Waarom wordt er niet gekozen voor een variant die wel past in de buurt?’’

Slettenhaar hield in zijn beantwoording echter vast aan de totale woningopgave en de inhaalslag die hoofdzakelijk binnenstedelijk moet worden gemaakt. Verder verwees hij op alle vragen over participatie naar genoemde beroepsmogelijkheden. Op een bewonersvraag waarom er was afgeweken van de gebruikelijk verdeling tussen koop en huur antwoordde hij dat dit op sommige locaties kan gebeuren, maar dat het gaat om het totaalplaatje van deze invulling. Tot slot pleitte een raadslid ervoor dat deze nieuwbouwwoningen zoveel mogelijk ten goede komen van Castricumse woningzoekenden en rondde Ebels de bijeenkomst af met de uitleg van de vervolgstappen die variëren van minder formeel tot formeel. Het is nu aan de raad om het collegevoorstel over te nemen of met alternatieven te komen. (Afbeelding: aangeleverd)