Boom van de maand: gingko biloba

Castricum – Elke maand wordt door Transitie Castricum de boom van de maand gekozen. Lezers van deze krant kunnen zelf hun favoriete boom hiervoor nomineren. Niet alleen de boom zelf, maar ook het verhaal erachter, is daarbij van belang. Deze maand de gingko biloba, genomineerd door Nico Brantjes. Het exemplaar op de foto werd door Anna Dijkstra meegenomen vanaf haar toenmalige dakterras in Amsterdam en nu groeit in haar eigen tuin in Castricum.

De Gingko of Japanse notenboom wordt in China en Japan al eeuwenlang aangeplant als tempelboom. De vroegst bekende vermelding in de Chinese literatuur dateert uit de elfde eeuw. Engelbert Kaempfer zag als eerste Europeaan in 1693 een gingko in Japan en verzamelde de zaden. De vroegst bekende geslaagde kweekvorm in Europa stamt uit 1754 in Londen. De boom is tweehuizig, de mannelijke en vrouwelijke vormen hebben, volgens de boeken, een eigen boom (huis). Het verschil is alleen duidelijk te zien in de voortplantingsperiode, de mannelijke bomen dragen dan kegels en de vrouwelijke hebben zaden, die er als vruchten uitzien en een onaangename geur verspreiden. Er worden  daarom meer mannelijke, dan vrouwelijke exemplaren aangeplant. In het wild komt de boom niet meer voor. De gingko staat in het oosten te boek als heilig. Hij staat symbool voor onveranderlijkheid, hoop, liefde, tijdloosheid en een lang leven. Vandaar dat de zaden over de hele wereld al duizenden jaren gebruikt worden voor medicinale doeleinden. Het blad wordt gebruikt in de cosmetica en kan zelfs ingezet worden als meststof en insecticide! Deze boom is overigens ook te vinden in de Tuin van Kapitein Rommel. (Foto: Anna Dijkstra)

Groendeskundige Nico Brantjes maakte over de gingko het volgende gedicht:

De ginkgoboom

Ik kom uit China en Japan,
Ben tweehuizig; vrouw en man,
Een Tempelboom, Japanse noot,
Een blad gelijk een eendenpoot.
Met waaiers gesteeld op korte takken
Blijf ik de wereld eeuwig pakken.
Met mijn kleur groen, geel of goud
Ben ik al miljoenen jaren oud.
Als oudst nu nog levende fossiel
Overwin ik iedere extreem stabiel.
Zie daar mijn botanische curiositeit,
Symbool van bescherming en vruchtbaarheid
En tegen ouderdom, niet onderwijzend.
Ook al is mijn stam vergrijzend
Leef ik langs loof en naaldhout heen
En verjong de harten van twee in een.
Zo waardeert men als geen ander
Mijzelf gelijk welke medestander.
Als je mijn tweelobbige blad herken,
Weet dan dat ik alleen tóch dubbel ben.

Nico Brantjes