Bert van den Tempel is oorlogsveteraan in hart en nieren

,,Je weet dat je anderen doodt, maar voelt je niet betrokken.”

Castricum – Op 5 mei volgend jaar viert Nederland dat het 75 jaar terug bevrijd werd van de bezetter. Dit wordt in 2019 en 2020 herdacht. In de aanloop naar Bevrijdingsdag besteedt deze krant periodiek aandacht aan dit thema en laat hierbij inwoners aan het woord.

Hij stond tijdens zijn verblijf in Nederlands-Indië op een bepaald moment oog in oog met de vijand. Het was ‘hij of ik’. Door een onverwachte wending bleef hij in leven. Bert van den Tempel, oud-oorlogsveteraan, heeft de beelden nog op het netvlies staan.

Van den Tempel, is inmiddels hoogbejaard (94), alhoewel je dit niet aan hem ziet. Hij is modern casual gekleed, beweegt zich nog gemakkelijk, is welbespraakt en scherp van geest. Het horen is wat minder. Dit heeft te maken met gehoorschade, opgelopen tijdens het opblazen van een brug toen hij in Nederlands-Indië diende. Hij is goed op de hoogte van het actuele nieuws en wil worden aangesproken met ‘Bert’.

Echte soldaten
Bert werd geboren in Batavia. Zijn vader was er leraar op een school voor Europees onderwijs. In 1937, hij was toen twaalf jaar, verhuisde het gezin naar Nederland. Het betrok een woning in Driebergen. Tijdens de mobilisatie bezocht Bert het lyceum. In die tijd las hij over de opkomst van Hitler en Japan. Hij herinnert zich nog heel goed dat de Duitsers in 1940 binnentrokken. ,,Ik was onder de indruk van hen. Dit waren ‘echte’ soldaten en ik wist zeker dat we hier nooit meer vanaf zouden komen. De moed zakte mij letterlijk in deschoenen. Het was kort na het bombardement op Rotterdam. Utrecht dreigde hetzelfde lot te ondergaan. Uiteindelijk werd dit voorkomen omdat Nederland capituleerde”, vertelt Bert.

Nederlands-Indië
In 1945, hij was toen twintig, besloot Bert als oorlogsvrijwilliger in dienst te gaan. ,,De Engelsen en Amerikanen zochten soldaten om deze in te zetten in de oorlog tegen Japan. Ik volde mijn militaire opleiding in Engeland. Omdat Japan na de atoombom capituleerde werd ik uiteindelijk, als dienstplichtige van de lichting 1925, uitgezonden naar Nederlands-Indië. Dit land was destijds onderdeel van Nederland, maar het streefde naar soevereiniteit. Ik diende er van 1945 tot 1950 als sergeant van een ondersteuningscompagnie van ‘Het Vierde Infanterie Bataljon Prinses Irene’. Onze ondersteuningscompagnie vuurde mortiergranaten op de vijand af. Er zullen hierbij heel wat doden zijn gevallen. Je weet dat je anderen doodt, maar voelt je hier niet bij betrokken omdat je puur rationeel opereert.”

Als Bert vertelt, doet hij dit met veel overtuiging. De beleving van toen is nog duidelijk zichtbaar aan de uitdrukking in z’n ogen. Hij herinnert zich nog heel goed de eerste politionele actie in Semarang. „Het doel was gebieden te bezetten. Bij de actie vielen veel doden door mortiervuur. Ook een luitenant van onze compagnie kwam om door granaatscherven. Aanvankelijk dacht men dat hij door ‘eigen vuur’ was geraakt. Ik werd door de Bataljonscommandant ter verantwoording geroepen. Men dacht aan een afzwaaier van een mortiergranaat. Jaren later hoorde ik van een collega van de luitenant dat deze door eigen onvoorzichtigheid was omgekomen. Hij werd als ‘gesneuveld’ geregistreerd. Zo ging dat”, aldus Bert.

Bert zegt dat het hem bespaard bleef om iemand persoonlijk te moeten doden. Eens stond hij oog in oog met een soldaat van de vijand. Bert: ,,De man had zijn pistool op mij gericht. Ik was nog bezig m’n automatische wapen in gereedheid te brengen. Ik stond dus 1-0 achter, totdat ik plotseling zag dat de man zichzelf doodschoot. Tot op de dag van vandaag is mij nog steeds niet duidelijk waarom hij dit deed.”

Hij herinnert zich tijdens de tweede politionele actie in 1948 een bijzonder moment. ,,Het was rond Kerstmis toen de gevechten in volle gang waren. ’s Avonds keek ik naar een heldere sterrenhemel, die ik tevoren nog nooit zo mooi gezien had. Terwijl het vuurgevecht verderop hoorbaar was, dacht ik aan de geboorte van Christus en hoorde ik op dat moment Kerstliederen zingen. Het gezang zal er in werkelijkheid niet geweest zijn, maar toch hoorde ik het. Het contrast kon niet groter. Elk jaar rond Kerstmis komt dit gevoel weer terug.” Hij schiet vol terwijl hij dit zegt.

Lering
Terug uit Nederlands-Indië ervaarde Bert een desillusie. ,,Ik miste het land en de mensen daar. Ik voelde mij leeg en oud en ik was m’n levensvreugde kwijt. M’n latere vrouw Rie zorgde ervoor dat ik deze weer terug kreeg.” Bert zegt dat zijn verblijf in Nederlands-Indië hem veel heeft geleerd en dat hij hiervan nog steeds de vruchten plukt. Met name de broederschap onderling heeft hij als een rijkdom ervaren. Hij onderschrijft nog steeds het doel achter de missie van toen.

Bert zegt van zichzelf ‘veteraan minded’ te zijn. Hij voelt een band van broederschap met collega-veteranen. ,,Er zit een ideologie achter mijn veteraan zijn. Deze is ‘Si vis pacem para bellum’, oftewel ‘Als je vrede wilt, bereidt je dan voor op oorlog’. Ik bedoel hiermee te zeggen dat wij ook vandaag de dag moeten zorgen voor een eigen defensie. Dit probeer ik steeds op Veteranendag uit te dragen. Ik wil hiermee voorkomen dat anderen, net zoals ikzelf toen, de moed in de schoenen zakt. Om onze vrijheid te behouden moeten we bereid zijn om een offer te brengen”

Voor een foto wil Bert een kunstwerk in z’n handen houden dat hij destijds, vlak voor zijn vertrek uit Nederlands-Indië, op een Pasar kocht. Het is een handgemaakt houten beeldje van een moeder met kind. Hoewel hij destijds pas midden twintig was en nog geen vrouw of kinderen had, ontroerde dit kunstwerk hem. Het symboliseert de gevoelsmens in Bert in een periode, die rationeel optreden van hem vroeg. (Tekst: Henk de Reus)

Foto 1: Een houten kunstwerk symboliseert het gevoel van Bert van den Tempel in een periode die rationeel optreden van hem vroeg (Foto: Henk de Reus)

Foto 2: 1947: Bert van den Tempel (links) samen met z’n één jaar jongere broer Jaap als militaire ‘broekies’ op de foto (Foto: aangeleverd)