Foto boven:
De kerk rond 1915. (Foto: Oud-Castricum)
Castricum – Onze plaatsgenoot Ernst Mooij (1944) heeft als amateurhistoricus zijn sporen dik verdiend bij de Stichting Oud-Castricum en de Stichting Alkmaardermeeromgeving. Een van zijn stokpaardjes is de geschiedenis van de oudste Pancratiuskerk aan het Kerkpad, die na de bouw van de katholieke kerk aan de Dorpsstraat bekend werd als ‘Dorpskerk’.
Door Hans Boot
We vinden het vaak heel gewoon dat elk dorp een of meerdere kerken heeft met een lang en interessant verleden, maar weten we daar over ’t algemeen genoeg van? Ernst Mooij was graag bereid om onderstaande vragen te beantwoorden over de Castricumse dorpskerk, waarmee hij altijd nog een speciale band heeft.
In welk jaar is de kerk gebouwd en voor welk geloof?
,,Het tufstenen gedeelte van de dorpskerk dateert uit de tweede helft van de 11e eeuw. Het geheel is gebouwd als christelijke kerk voor de rooms-katholieke geloofsgemeenschap. De kerk was gewijd aan Sint-Pancratius, die ook door adellijke geslachten werd vereerd.’’
Wat is er bijzonder aan het ontwerp of de materialen?
,,Het kerkje bestond uit een kerkschip met hoog geplaatste kleine romaanse rondboogvensters en een klein koor. Het gebouw bezat een noordelijke en een zuidelijke ingang. Het vulkanische tufsteen moest worden aangevoerd vanuit de Eifel. De bouw moet zeer kostbaar geweest zijn. De kleine gemeenschap van het plattelandsdorp Castricum zal de kosten niet hebben kunnen dragen. In de lijsten van de aan de toenmalige Egmondse abdij ondergeschikte kerken komt Castricum niet voor. Verondersteld wordt dat het kerkje door de lokale elite is gesticht.’’

Wat hielden de grootste verbouwingen in en wanneer vonden die plaats?
,,Ergens in de tweede helft van de 15e eeuw is los van het romaanse kerkje een toren in gotische stijl gebouwd. Tussen 1510 en 1520 is het kleine vierkante koor vervangen door een groter koor, ook in gotische stijl. Het afbraakmateriaal van het oude koor en de oude westgevel is gebruikt voor verlenging van het kerkschip tot aan de toren. In die periode is ook het dak van het kerkschip op gelijke hoogte gebracht met het dak van het koor. In 1724 is het kerkgebouw verder aan de gotische stijl aangepast. De kleine romaanse vensters hebben plaats moeten maken voor grotere neogotische ramen.’’
Wanneer veranderden de bestemmingen in hervormd en protestants?
,,De geschiedenis van de Protestantse Gemeente begint met de Reformatie in de 16e eeuw. Tijdens de reformatie was de Castricumse bevolking in overgrote meerderheid rooms-katholiek gebleven, maar zij moesten de dorpskerk wel aan de gereformeerden afstaan. Het katholieke volksdeel moest haar heil zoeken in een schuilkerk aan de Breedeweg. Door de eeuwen heen ontstonden meerdere kerkelijke groeperingen. Op 1 mei 2004 verenigden de Nederlandse Hervormde Kerk, de Gereformeerde Kerken en de Evangelisch-Lutherse Kerk zich officieel tot de Protestantse Kerk in Nederland, waartoe ook de kerkelijke gemeente van de Dorpskerk behoort.’’
Wat veranderde er zoal aan het interieur?
,,Het kerkgebouw was eigenlijk te groot voor de kleine protestantse gemeente. Daarom werd het kerkinterieur vermoedelijk in de 18e eeuw met schotten in drieën gedeeld. Het koor werd buiten kerkelijk gebruik gesteld, het middengedeelte bleef bestemd als kerkzaal. Het oorspronkelijk op het oosten georiënteerde liturgisch centrum werd naar de westzijde verplaatst. In het derde segment, aan de torenzijde, werd in één of twee lokalen in de 18e en 19e eeuw tot 1854 school gehouden. Daarna werd een echt schoolgebouw in gebruik genomen.’’
En wat had de restauratie van 1953 tot 1955 tot gevolg?
,,Die was zowel uitwendig als inwendig ingrijpend. Met uitzondering van enkele teruggevonden romaanse vensters zijn toen veel bouwkundige aanpassingen uit het verleden weggewerkt. Het koor werd met een triomfboog weer verenigd met de kerkzaal. Was voor de restauratie de kijkrichting van de kerkbezoekers op het westen gericht, na de restauratie zijn de gezichten van het kerkvolk weer gericht op het oosten. Een zuidelijk ingang en een dwarsgang gaven toegang tot de kerkzaal en aan de torenzijde tot een ruimte voor kerkelijke activiteiten. Stond het kabinetorgel aanvankelijk op een balkon boven de ingang van de kerkzaal, nu begeleidt zij alweer heel wat jaren het kerkgezang vanuit het koor. In 1992 is door uitbraak van de muur met het balkon de kerkzaal verlengd tot aan de toren en vindt de entree nu via de toren plaats.’’

Wordt de kerk nog regelmatig gebruikt en zo ja, waarvoor?
,,Het kerkgebouw wordt gebruikt voor de zondagse kerkdiensten, uitvaarten en incidenteel voor concerten. En het is nog elk jaar een goede gewoonte dat op de verjaardag van de Koningin of Koning Emergo ’s morgens vroeg een aubade brengt vanaf de trans van de Dorpskerk.’’
Hoe is de (bestuurlijke) organisatie opgebouwd en hoeveel leden telt de Protestantse Gemeente?
,,De kerkelijke organisatie bestaat uit een pastoraal team. Dat is een predikant en een pastor. Daarnaast is er een kerkenraad, een college van diaken, een college van kerkrentmeesters en een kerkelijk bureau voor de ledenadministratie. Diverse werkgroepen zorgen voor de kerkelijke activiteiten. In 2024 telde de kerkelijke gemeente nog 1000 gemeenteleden, die niet allemaal de zondagse kerkdiensten bezoeken. Ondanks de vergrijzing worden de diensten toch goed bezocht. Een toenemend probleem is dat de groep vrijwilligers ook vergrijst, waardoor het moeilijk wordt om alle kerkelijke activiteiten in stand te houden. Meer informatie is de vinden op website www. www.pkcastricum.nl.’’
Denk je dat de kerk behouden blijft als geloofshuis?
,,Op 1 januari 2006 verenigde de Gereformeerde Kerk zich met de Hervormde Gemeente. Door de terugloop van het aantal kerkelijke gemeenteleden was het aanhouden van de Maranathakerk en de Dorpskerk uiteindelijk geen optie meer. Na rijp beraad werd besloten de Maranathakerk te sluiten en de Dorpskerk aan te houden. Op zondag 30 december 2018 vond in de Maranathakerk de laatste kerkdienst plaats. Er is een tijdelijke werkgroep ingesteld die voor de kerkenraad een beleidsvisie uitwerkt met als titel ‘Gezond en vitaal gemeente zijn’. Dat is een noodzakelijke basis om als Protestantse Kerk Castricum te kunnen blijven bestaan.’’
Wanneer kreeg het gebouw de status van Rijksmonument ?
,,Sinds 18 mei 1967 staat de dorpskerk onder nummer 11478 ingeschreven in het monumentenregister van de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed. Daartoe behoren onder andere het doopvont uit 1519, het doophek uit 1742, twee koperen lezenaars en het eenklaviers kabinetorgel, omstreeks 1740 gebouwd door Christian Müller.’’

Wat was of is jouw betrokkenheid bij de kerk en in hoeverre ben je daarvoor nog actief?
,,Ik ben erg gehecht aan de Dorpskerk. Het was al de kerk van mijn grootouders en van mijn ouders. In mijn jonge jaren was ik betrokken bij de zondagschool, daarna een lange reeks van jaren actief in de werkgroep pastoraat. In 2024 ben ik daarmee gestopt. Nu schrijf ik voor het kerkblad ‘Over en Weer’ enkele korte artikelen onder de titel ‘De Schatkamer van de Dorpskerk’. Met de schatkamer wordt de consistoriekamer bedoeld. Dat is de ruimte waar de dominee zich gereed maakt voor de kerkdienst. Gouden en zilveren kerkschatten zijn er niet te zien, wel objecten die een relatie hebben met voornamelijk vroegere gemeenteleden en hun band met hun kerk en geloofsgemeenschap. De inrichting en informatievoorziening van de getoonde voorwerpen behoeft verbetering.
Tijdens ‘Open Kerk’ op de donderdagochtenden van 10.00 tot 12.00 uur kan iedereen een kijkje in de kerk nemen.’’