Castricum – Het schip ‘Christiaan Huygens’ werd in 1926 gebouwd en was toen het grootste Nederlandse passagiersschip. Kort na de oorlog voer het schip ter hoogte van Westkapelle op een zeemijn. Het zonk en brak korte tijd later in tweeën. ,,Wat er recent gebeurde kun je haast niet aan het toeval toeschrijven”, zegt plaatsgenoot Rens Pieterse.
Door Henk de Reus
De ‘Christiaan Huygens’, was het vlaggenschip van Stoomvaart Maatschappij Nederland. Het schip kreeg als bijnaam ‘De Nederlandse Titanic’ en was 168,07 meter lang, 20,97 meter breed en had een diepgang van 12,12 meter. Het werd aangedreven door twee tiencilinder dieselmotoren en kon een snelheid van 30 kilometer per uur halen. Het schip werd in 1927 te water gelaten en vervoerde vanaf dat jaar tot en met 1945 passagiers en post van Amsterdam naar Batavia en andersom. In de Tweede Wereldoorlog deed het schip dienst als troepentransportschip. Kort na de oorlog voer het schip ter hoogte van Westkapelle op een door geallieerden aangebrachte zeemijn, bedoeld voor Duitse schepen. Het schip zonk en brak korte tijd later in tweeën. Het wrak ligt er nog steeds.
Speciale band
Plaatsgenoot Rens Pieterse vertelt over de speciale band die zijn vader met de Christiaan Huygens had. Rens: ,,Mijn vader (Gé Pieterse) woonde destijds in Haarlem en ging in 1932 als vijftien jarige jongen vaak op de fiets naar IJmuiden om het schip binnen te zien varen. Zijn fascinatie voor het schip bracht hem er toe om een bouwtekening van het schip te maken en dit om te zetten in een schaalmodel. Het was een pronkstuk van twee meter lang dat in huis een prominente plaats innam.” Rens slaat een oud fotoboek open en toont een foto waarop zijn vader samen met het door hem gebouwde schaalmodel van de Christiaan Huygens te zien is. Hij vervolgt: ,,Mijn vader is later ingenieur scheepsbouwkunde geworden in Vlissingen bij de Schelde. Het modelschip ging mee. In Vlissingen woonden we aan de boulevard en vanuit onze woning konden we dagelijks grote schepen voorbij zien varen. Mijn vader ontwierp zelf circa 80 schepen waaronder ‘De Kungsholm’.”
Havenmuseum
Helaas stierf de vader van Rens in 1963 op 45-jarige leeftijd. Bij verhuizingen die volgden nam zijn moeder het modelschip altijd mee naar de nieuwe woning. Het stond uitgestald in een grote kast.
Rens volgde in Tilburg de sportacademie en werkte vanaf 1975 tot 2009 in respectievelijk Terneuzen en Hulst. In het laatste jaar trad hij als sportdocent in dienst in de gemeente Castricum. Hier leerde hij ook zijn vrouw Jeanet kennen.

In 2019 overleed zijn moeder. Op haar sterfbed zei ze tegen Rens dat hij het schip mocht hebben. Rens: ,,Ik vroeg mij af waar ik dit zou moeten neerzetten. Op een nachtkastje past het immers niet. Ik dacht na over een definitieve bestemming en nam contact op met het Havenmuseum in IJmuiden. Hier wilde men het graag hebben omdat het originele schip hier in het verleden altijd aan het eind van zijn reis vanaf Batavia binnenvoer. Het modelschip heeft er een vaste plaats gekregen in een vitrine.”
Reddingsboei
Het schetste Rens z’n verbazing toen hij recent, samen met zijn vrouw Jeanet, de Tuin van Kapitein Rommel bezocht en bij binnenkomst aan de muur een reddingsboei van de Christiaan Huygens aantrof. Bij navraag bleek dat deze mogelijk afkomstig was van het Strandvondstenmuseum. Een mogelijk scenario is dat de reddingsboei vanuit Westkapelle door de stroming van de zee op het strand van Castricum is aangespoeld. Rens: ,,Ik deed een bod op de reddingsboei, maar hier wilde men aanvankelijk niets van weten. Een tweede poging had meer succes. Toen ik het achterliggende verhaal vertelde mocht ik het zo meenemen. Mijn vrouw Jeanet en ik brachten de reddingsboei direct naar het Havenmuseum waar het een plekje heeft gekregen bij het schaalmodel van het gelijknamige schip dat mijn vader ooit maakte.

Voor mij is de cirkel nu rond. Dat ik de reddingsboei na 80 jaar in mijn huidige woonplaats aantref vind ik wel héél bijzonder. Het is alsof deze mij vanaf Vlissingen is gevolgd. Ik vind dit zo bizar dat ik mij afvraag of toeval wel bestaat.”

Het interview wordt afgesloten met een autorit naar IJmuiden waar Rens nog even in gedachten verzonken over de zee uitkijkt op de plek waar zijn vader als vijftienjarige jongen ook vaak naar voorbij komende schepen zat te turen.
Op de foto:
Rens in de haven van IJmuiden. (Foto: Henk de Reus)