Cor Martens de fietser is niet meer

Castricum – Zijn afscheidsbrief sloot hij af met: ,,Het ga u allen goed.’’ De bekende Castricummer Cor Martens is op de leeftijd van 98 jaar overleden. Tweeënvijftig jaar geleden kwam hij met zijn gezin aan de Tromplaan wonen. Tot het einde aan toe woonde hij daar met zijn vrouw.

Martens was een gedreven man die vele nieuwe uitdagingen aanging in zijn leven, risico’s nam die anderen zouden vermijden, extremen opzocht en daarnaast ook vaak in de publiciteit kwam, waarbij niet zelden zijn doorzettingsvermogen als voorbeeld voor anderen werd aangehaald. Hij stond vaak in de Castricummer als ultra-fietser die tot zijn negentigste 1.000 tot 1.400 kilometer per maand fietste, fietspelgrimages naar Rome en Santiago de Compostella ondernam en na een zware hartoperatie nog steeds niet te stuiten was. Op tachtigjarige leeftijd bedwong hij nog eenmaal de Col du Tourmalet op de fiets, omdat deze bergpas van de Tour de France zijn favoriet was.

Drie jaar in het sanatorium met tbc

Zijn leven begon echter heel gewoon en klein. In Oirlo, gemeente Venray, werd hij geboren als een na oudste in een gezin van negen jongens en twee meisjes. Na zeven klassen lagere school ging hij in de leer als bakker. De ziekte tbc gooide echter roet in het eten. Bijna drie jaar lang lag Cor in de buitenlucht op de galerij van het sanatorium in Horst, Limburg, te herstellen. Bakker worden was geen optie meer. Ondertussen was het gezin Martens na de oorlog verhuisd naar Castricum en woonde tegenover de Pancratiuskerk. Na omscholing was Cor eerst metaalbewerker in Beverwijk en kon vervolgens na avondstudies bij Hoogovens beginnen. Tijdens een dansavond in 1954 leerde hij in zijn woonplaats Bep Keesen kennen, met wie hij verkering kreeg en op 12 juni 1958 trouwde.

Waarnemend burgemeester Karen Heerschop feliciteerde het echtpaar Martens in 2023 met het 65-jarig huwelijk. (Foto: Hans Boot)

Pauselijke onderscheiding Pro Ecclesia

Na een mooie carrière als budgetadministrateur bij Hoogovens brak op zestigjarige leeftijd de VUT aan, waarna hij zich maatschappelijk zeer verdienstelijk heeft gemaakt. Hij was onder andere vele jaren penningmeester van de Boogaert, dat later fuseerde met De Santmark, en ook lid van het overkoepelende bestuur van Noord-Hollandse, katholieke Verzorgingshuizen, waarvoor hij de hele regio affietste. Tot zijn grote verrassing ontving hij bij het 30-jarig bestaan van De Boogaert de pauselijke onderscheiding Pro Ecclesia et Pontifice. De Pro Ecclesia is een zeer bijzondere onderscheiding die zelden wordt uitgereikt, enkel bij langdurige, onbaatzuchtige inzet voor anderen. Het was een mijlpaal in zijn leven.

Vaak in de krant

Ook een andere mijlpaal was een bijzonder eervolle: hij was al 86, toen hij dé gongslag mocht geven bij de opening van de beurs in Amsterdam op de dag dat de ledencertificaten van de Rabobank naar de beurs gingen. Zelfs op scherpe vragen van het NOS journaal wist hij toen rustig en kundig te reageren.

Gongslag op de Amsterdamse beurs in 2014. (Foto: Privéarchief Familie Martens)

Hij ondernam ook gekke en bijzondere dingen die in Castricum de aandacht trokken: hij fietste rond met zelf geknutselde PR om aandacht te krijgen voor zijn kandidaatschap voor de verkiezingen van de ledenraad van de omroep KRO. En natuurlijk werd hij gekozen, drie termijnen achter elkaar. Hij hing dwars door zijn voortuin heen op waslijnen alle handschoenen die hij in een jaar tijd langs de weg had gevonden. Hij zette bijzondere, wederom zelf geknutselde, verlichting op zijn dak bij de eeuwwisseling en de introductie van de euro en ga zo maar door. Tot ver na zijn negentigste klom hij ook zelf in de pen voor weer een lezersbrief aan de Castricummer, als er iets in ons dorp gebeurde, waar hij verontwaardigd over was of waar hij een idee voor had.

Zeven bonusjaren

Het tijdperk van Cor de actieve fietser eindigde abrupt rond de jaarwisseling van 2017-2018, toen hij op sterven na dood met een immuunziekte in het ziekenhuis in Alkmaar kwam te liggen. Wonder boven wonder genas hij daarvan, waarna hij nog zeven bonusjaren in dankbaarheid mocht leven. Zijn mobiliteit was beperkt, fietsen ging niet meer, maar hij vond het geweldig om nog betrokken te zijn op de wereld en met name op de levens van zijn opgroeiende kleinkinderen. Dankzij de mantelzorg van zijn twee dochters en bovenal de niet aflatende zorg en toewijding van zijn vrouw Bep kon hij tot op het laatst thuis blijven wonen.

Het einde naderde

Drie valpartijen, waarbij hij twee maal uren ’s nachts op de grond lag, voordat hij ’s morgens door Bep gevonden werd, zetten het einde in. De vierde valpartij, ’s nachts uit bed, werd hem uiteindelijk fataal. Het lichaam was op, het leven was rijk en vervuld geweest. Tijdens de herdenking werd het slot van zijn afscheidsbrief voorgelezen, die Bep na zijn dood vond: hij bedankte zijn dochters en zijn vrouw en richtte zich daarna tot iedereen die hij heeft gekend: ,,Het ga u allen goed.’’