4 mei 2021: sobere herdenking bij somber weer

Castricum/Limmen/Akersloot – Evenals vorig jaar was de 4-mei-herdenking door corona sober van aard. Bij het Oorlogsmonument in Castricum werd de herdenking muzikaal opgeluisterd door een zesmansformatie van Emergo. Anneke Klinkert las het gedicht ‘Geluk en ongeluk’ van Dietrich Bonhoeffer voor. Burgemeester Toon Mans hield hierna een toespraak waarin hij refereerde aan de jaarthematekst van de filosofe en Denker des Vaderlands Daan Roovers. Na de twee minuten stilte en het Wilhelmus volgde de kranslegging ((foto boven) door de burgemeester en Rebekah Binnendijk (8). (Foto: Henk de Reus)

Wethouder Falgun Binnendijk met zijn dochter bij de oorlogsgraven in Limmen. (Foto: Henk de Reus)

In Limmen legden burgemeester Mans en wethouder Falgun Binnendijk een boeket bij de twee oorlogsgraven. De burgemeester hield hier vervolgens een korte toespraak. Hierna volgde een groet bij de plaquette ter nagedachtenis aan de piloot en de navigator van het in de oorlog neergestorte Canadese vliegtuig.

(Wethouder Falgun Binnendijk bij het Vredessymbool in Akersloot. Foto: Henk de Reus)

Bij het Vredessymbool in Akersloot hield Wethouder Falgun Binnendijk een toespraak en legde vervolgens, samen met zijn dochtertje Rebekah (8), een krans.

Toespraak

Hieronder de toespraak van burgemeester Toon Mans:

Vandaag is het 4 mei 2021. Die vierde mei is ieder jaar weer een bijzondere datum. Het is een dag waarop we stilstaan bij het verleden, een uitzonderlijk deel van het verleden, namelijk de jaren van bezetting, oorlog, honger en verlies.

Het Nationaal Comité 4 en 5 mei heeft dit keer als jaarthema voor de herdenking gekozen voor “na 75 jaar vrijheid”. Het comité heeft de filosofe en Denker des Vaderlands Daan Roovers gevraagd een jaarthematekst te schrijven. Daar wil ik graag een paar elementen uit belichten. Daan Roovers vroeg voordat ze haar essay ging schrijven aan haar vader, of hij tijdens de oorlog gewoon naar school ging. Tot haar eigen verbazing wist ze dat eigenlijk niet. Ze had in de jaren daarvoor heel vaak met haar vader over de oorlog gesproken, maar meestal ging het dan over bommen, piloten en de bevrijding.

Roovers en haar vader spraken nauwelijks over het dagelijks leven tijdens de oorlog. De school, de mensen uit de straat; ze kwamen nauwelijks in de gesprekken voor. De aanleiding voor de gedachtegang van de Denker des Vaderlands was een hele praktische. Door de coronamaatregelen vroeg zij zich af of de sluiting van de scholen eerder in Nederland was voorgekomen en hoe lang dat had geduurd. De vader van Daan Roovers vertelde desgevraagd dat hij in de oorlogsjaren gewoon naar school ging, al was het soms slechts heel beperkt. Het grootste probleem was dat de school geen gebouw meer had, want dat was gevorderd door de Duitsers. Op improviserende wijze en ondergebracht in verschillende leerfabrieken in de regio probeerden de leraren de kinderen les te geven en zo de school draaiende te houden. Dat lukte soms voor niet meer dan twee dagen per week.

Nu, 76 jaar na het schoolgaan op een school zonder schoolgebouw, leven we in de grootste crisis na de Tweede Wereldoorlog, zo schrijft de filosofe. Regeringsleiders als Mark Rutte en Angela Merkel benadrukken met hun stevige woordkeuze de uitzonderlijke indruk die de pandemie maakt op grote groepen mensen. De wereldwijde crisis dringt op velerlei wijzen door in ons dagelijks leven. De inperkingen van onze alledaagse en vanzelfsprekende vrijheden zijn ongekend. Het is een geheel nieuwe ervaring: verlaten winkelstraten, gesloten kantoren en cafés, de dringende oproep om thuis te blijven en zelfs – tot voor kort ondenkbaar – een avondklok. Voor veel mensen die na de oorlog zijn geboren, is de huidige crisis de eerste grote confrontatie met vrijheidsbeperking. Als Nederlanders die vrijheid hoog in het vaandel hebben, weegt die dagelijkse inperking zwaar.

Dat geldt ook voor inwoners van onze gemeente. Gevraagd naar wat zij voor zichzelf de belangrijkste waarde vinden, dan komt er vaak uit ‘vrijheid’. Nederlanders, en ook inwoners van onze gemeente, zijn trots op onze vrijheid en ze zien dat als onlosmakelijk deel van onze nationale identiteit, zo schetst ook Roovers. Volgens de Denker des Vaderlands gaat het bij het begrip ‘vrijheid’ zowel om keuzevrijheid, om bewegingsvrijheid, als om meer burgerlijke vrijheden, zoals de vrijheid van meningsuiting. Hoezeer we ook van mening verschillen: het begrip vrijheid én de discussie erover horen bij onze traditie en onze cultuur.

Terug naar de realiteit van vandaag, hier in onze gemeente. Door wat we weten van de oorlog en het leed dat daarmee gepaard is gegaan, weten we wat de prijs is van de vrijheid. Maar we weten ook wat de waarde van vrijheid is. 76 jaar na het einde van de Tweede Wereldoorlog staat ons nog altijd scherp voor ogen dat de vrijheid het waard is om voor te vechten. We willen haar koesteren en liefhebben. Vrijheid is het hoogste goed, ook nu de oorlog steeds verder bij ons vandaan komt te liggen. De vrijheid die we met de oorlog hebben teruggewonnen, nemen we mee naar nieuwe tijden. Het is ònze vrijheid, die van ons allemaal, die ons bij elkaar brengt en ons verenigt.

En voor onze vrijheid herdenken wij vandaag allen – burgers en militairen – die in het Koninkrijk der Nederlanden of waar ook ter wereld zijn omgekomen of vermoord sinds het uitbreken van de Tweede Wereldoorlog, in oorlogssituaties en bij vredesoperaties. Zij hebben hun leven gegeven voor ons! Dat kunnen en mogen wij nooit vergeten!