Uitgeestse juffen en meesters aan het woord: Jan Castricum

Wie kent ze niet, de juffen en meesters op de Uitgeestse basisscholen. Ze kennen vaak de helft van het dorp! Monique Teeling ging bij de scholen langs om de juffen en meesters te vragen naar hun ervaringen in Uitgeest. Haar bevindingen vindt u  onder deze kop regelmatig in de Uitgeester Courant.

Jan Castricum uit Limmen wilde eigenlijk iets doen in de bosbouw maar miste wiskunde in zijn pakket waardoor hij naar een alternatief moest zoeken. Sommigen gingen naar de Pedagogische Academie en dat leek hem ook wel wat. Van die ommezwaai heeft hij nooit spijt gekregen maar zijn interesse voor de natuur en het werken met hout verraden zijn eerste keuze. Jan: “Dat ambachtelijke trekt nog steeds, ik heb mijn eigen huis gebouwd van hout..”

De eerste vijf jaar in het onderwijs werkte hij op de Vrijburgschool en de afgelopen eenendertig jaar gaf hij met plezier les op de Molenhoek school. Het geven van diverse vakken maken dat het nooit saai wordt. Jan: “Maar ook het hebben van fijne collega’s maakt dat je positiviteit uitstraalt naar ouders en leerlingen. Er is hier ruimte voor serieus overleg, oplossen van meningsverschillen en het maken van gekkigheid.” Volgens Jan zijn kinderen door de tijd heen niet veranderd maar wel de maatschappij om hen heen. Ze weten dingen eerder door de informatie die op hen af komt via verschillende kanalen. Jan: “Ik denk dat ik geluk heb in Uitgeest te werken want er is in deze omgeving een andere, prettigere mentaliteit dan elders als ik sommige collega’s mag geloven.”

In de loop der jaren zijn er veel extra taken bijgekomen door bijvoorbeeld de arbowetgeving wat niets met lesgeven te maken heeft. Maar ook noemt Jan de ICT waar je profijt van hebt maar wel weer extra tijd voor vrij moet maken en dat valt niet altijd mee met negenentwintig leerlingen. Toch blijft hij zeer relaxt onder alle veranderingen want dat is de beste manier om het hoofd boven water te houden. Jan: “Er zijn vaak grootse plannen maar de ervaring leert dat het zomaar weer anders kan lopen.” Van vroeger herinnert hij zich nog de toneelstukken die leerkrachten van de Uitgeester scholen eens per jaar in de Ooievaar opvoerden of de extra tekenlessen die hij met collega Gerard op donderdagmiddag gaf. Nu stopt hij zijn creativiteit graag in zijn lessen, of het nou biologie of geschiedenis betreft. Jan lachend: “Ik mocht ooit met de klas bij een archeologische vindplaats met de klas kijken en opgraven. ’s Ochtends vroeg had ik er een oud zwaard begraven en wat scherven van een vaas. Je had die archeologen moeten zien kijken toen de kinderen alles naar boven haalden, je zag hen denken hoe kan dit, hebben wij hier iets gemist?” Ook handvaardigheid is een vak wat hem na aan het hart ligt, puur dingen maken daar houdt hij van en trots laat hij de kleibaksels in de vitrine zien.

Er zijn drie mannelijke leerkrachten op de Molenhoek en dat is al meer dan op de meeste scholen. Het lijkt hem goed dat kinderen ervaren dat er verschil zit in een juf of een meester voor de klas. Jan: “Mij zul je niet zien breien maar je vult elkaar aan, daar doe ik niet moeilijk over.” Het maken van een klassenfoto neemt doorgaans tijd in beslag maar Jan legt één keer uit wat de bedoeling is en binnen no time staan negenentwintig kinderen lachend op een rij.