Nieuwkomers

Zin in de toekomst! 

Castricum – In deze rubriek komen mensen aan het woord die recent in Castricum zijn komen wonen, vanuit Amsterdam of andere Nederlandse gemeenten. Ook komen ze soms van heel ver weg. Ze zijn allemaal nieuw het dorp. Wat vinden ze van Castricum?

In deze aflevering Jan-Michael. Hij woonde op de Filipijnen met moeder en broertje. Vader werkte in Saoedi-Arabië en is een Syriër. Vanwege de oorlog in Syrië verloor hij werk en huis en haard en vluchtte naar Nederland. In het kader van de gezinshereniging kwamen Jan-Michael en zijn moeder en broertjes naar Nederland.

Jan-Michael (21) heeft er zin in: in Nederland een leven opbouwen. Hij is nu twee jaar in Nederland en werkt keihard om de taal te leren en zijn inburgeringsexamen te halen. Nederlands leren is een klus maar hij doet er alles aan om zo vaak en zo veel mogelijk Nederlands te spreken. Dat is soms lastig want hij spreekt heel goed Engels en heel veel Nederlanders ook. Het heeft wat moeite gekost om in Nederland zijn draai te vinden. Maar, zo zegt hij: „ik heb heel veel steun gehad aan de gesprekken met Vluchtelingenwerk. Ze hebben echt geholpen mezelf te vinden.” 

Zolderkamer in Castricum

Daar zitten we dan op zijn zolderkamertje in Castricum aan de koffie. Het koffiezetapparaat heeft hij tweedehands op de kop getikt. De eerste periode woonde hij bij zijn ouders. Maar de onafhankelijkheidsdrang won en hij vond deze kamer in Castricum. Na aankomst in Nederland kwam hij eerst in het AZC in Den Helder. Daarna woonde hij zes maanden met vader (die daar dan al een jaar woont) aan de Oosterzijweg in Limmen. „Faciliteiten daar vond ik oké. We hadden genoeg privacy maar de bewoners maakten er met elkaar wel een zooitje van. Mijn vader en ik waren steeds aan het schoonmaken en opruimen omdat niemand anders dat deed. De keuken en het sanitair is gezamenlijk en met zoveel uiteenlopende nationaliteiten en karakters (sommige mensen daar waren ook erg in de war) is het moeilijk om het netjes te houden. Er zat ook geen enkele samenhang in de groep.”

Studeren

Op de Filipijnen volgde hij een opleiding in ‘medical technology’, we komen er niet helemaal uit waarmee het in Nederland te vergelijken is. Laborant?  Hij schreef naar twee universiteiten in Amsterdam. Van de UVA heeft hij ook na meerdere brieven niks gehoord. De VU reageerde wel.

Jan Michael is vastbesloten te gaan studeren. „Ik heb geduld, eerst maar eens de taal heel goed leren. Castricum is een rustige plaats om te wonen maar als ik ga studeren is het logischer om dichtbij de universiteit te wonen.’’  Moeder en jonger broertje zijn pas kort in Castricum en wonen samen met vader. In het huis waar Jan Michael ook een tijdje woonde.

Vrienden en uitdagingen

„Ik wil wel graag vrienden maken. De meeste mensen die ik nu ken in Castricum zijn ouder. Maar ik heb geduld omdat ik allereerst het Nederlands goed moet beheersen en voor mezelf moet kunnen zorgen. Ik vind het een uitdaging om te gaan studeren en mijn leven hier georganiseerd te krijgen. Ik kook zelf”, vertelt hij trots, „ik hou van koken! Ik wil mezelf blijven ontwikkelen.  Ik heb geduld, mettertijd komen die vrienden wel. Uit gaan? Nee het uitgaansleven heb ik niet verkend. Dat doe ik voorlopig ook niet. Ik doe wel vrijwilligerswerk voor Vluchtelingen. Daarnaast probeer ik ook zoveel mogelijk voor mijn moeder te zorgen. Ze is erg ziek. Ik ben er heel bezorgd en verdrietig over.”

Castricum en sporten

„Ik houd erg van sporten. Ik zat in De Bloemen op basketbal in het team ‘Sea devils A22’. We speelden in de competitie in heel Noord-Holland. Ik beleefde daar heel veel plezier aan. Maar toen ben ik gestopt omdat ik het niet meer kon betalen. Dat vind ik heel jammer. In de Filipijnen heb ik met atletiek heel veel medailles gewonnen. Daar was het sporten gratis. Als het even kan zou ik wel weer willen sporten.’’ Hij vervolgt: „Castricum is zo’n vriendelijk dorp en het is hier echt veilig. Op vrijdag ga ik ook naar de bibliotheek om Nederlands te oefenen. Mensen zijn allemaal aardig en behulpzaam. Wel mis ik mijn andere familieleden die nog in verre landen wonen.  En regen en sneeuw? Ach dat hebben we in de Filipijnen ook!”

(Tekst: Ans Pelzer) (Foto: aangeleverd)