Lezerspost: autoluwe Dorpsstraat is en blijft essentieel

Onlangs publiceerde de gemeente de Evaluatie Pilot Autoluwe Dorpsstraat. Eind januari wordt deze in de gemeenteraad toegelicht. Het is evenwel van belang niet al te snel conclusies te trekken. De pilot had ten eerste tot doel te komen tot een beter klimaat voor winkelen en horeca. Ten tweede verbetering van de veiligheid voor fietsers en voetgangers in het winkel- en horecagebied. En ten derde betere doorstroming en meer veiligheid bij de spoorovergang Beverwijkerstraatweg. De afsluiting van de Dorpsstraat heeft, mede door de beperkte duur en opzet van de proef, niet zichtbaar geleid tot meer winkel- of horecabezoek. Zo nam het aantal passanten in de Dorpsstraat nauwelijks toe. Wat betreft verkeer zijn er positieve en negatieve effecten. Zo is vanaf het spoor sprake van minder autoverkeer de Dorpsstraat in. De route via Mient, Ruiterweg en Kleibroek werd vaker genomen. Als neveneffect was er veel sluipverkeer in de Beatrixstraat en de Verzetsheldenbuurt. Bij de spoorovergang brachten de maatregelen verbetering van de doorstroming.

Gezien het verzet van bewoners en bedrijven tegen het vele sluipverkeer in de Beatrixstraat en de Verzetsheldenbuurt, lijkt het draagvlak voor een autoluwe Dorpsstraat flink afgenomen te zijn. Het is evenwel raadzaam op basis van de evaluatie niet al te snel conclusies te trekken. Ook zonder een knip in de Dorpsstraat blijft het van belang de oorspronkelijke drie doelen overeind te houden. Wat dan wel? In plaats van een knip zal gezocht moeten worden naar andere maatregelen om de Dorpsstraat autoluw te maken. Zonder dat dit leidt tot doorgaand autoverkeer in de Verzetsheldenbuurt of in andere buurten. Dat kan door de Dorpsstraat (maar bijvoorbeeld ook de Burg. Mooijstraat), anders in te richten waarbij er meer ruimte beschikbaar komt voor voetganger, fietser, verblijven en ontmoeten. Een autoluwe Dorpsstraat is en blijft volgens mij essentieel (‘conditio sine qua non’) om te komen tot verdere ontvlechting van verkeerstromen rond de overweg.

Dave van Ooijen, Castricum