Jongeren voortgezet onderwijs minder gelukkig en vaker psychisch ongezond sinds coronacrisis

Uit onderzoek onder tweede- en vierdeklassers van het voortgezet onderwijs blijkt dat meer jongeren in Noord-Holland-Noord last hebben van mentale problemen, zoals eenzaamheid, somberheid en angst, dan vóór de coronaperiode. Ook voelen jongeren zich minder gelukkig dan in 2019 en gebruiken ze vaker genotmiddelen. Gebeurtenissen tijdens de coronaperiode, zoals quarantaine, coronabesmetting en ziekte of overlijden van een naaste, kunnen grote impact hebben op het welzijn van jongeren; één op de vijf jongeren heeft nog steeds last van een dergelijke gebeurtenis. Dit blijkt uit de Corona Gezondheidsmonitor Jeugd 2021, uitgevoerd onder bijna zesduizend leerlingen uit Noord-Holland-Noord, als onderdeel van een grootschalig landelijk onderzoek. Resultaten geven onder andere aanleiding tot aandacht voor mentale gezondheid.

In 2019 gaf nog 81% van de jongeren aan gelukkig te zijn, in het najaar van 2021 is dit percentage gedaald naar 78%. Jongens voelen zich vaker gelukkig dan meisjes en tweedeklassers zijn vaker gelukkig dan vierdeklassers. Ten opzichte van de periode vóór de coronacrisis is het percentage jongeren met psychische klachten gestegen van 25% naar 27%. Meisjes hebben meer dan twee keer zo vaak psychische klachten als jongens. Eén op de zeven jongeren voelde zich het afgelopen jaar vaak tot altijd eenzaam en meer jongeren dan vóór de coronaperiode zijn (bijna) dagelijks overdag moe; 1 op de 4 slaapt niet goed. Bijna de helft van de jongeren voelt zich vaak gestrest; school en huiswerk zijn de belangrijkste oorzaken van deze stress.

Meer jongeren dan vóór de coronaperiode geven aan dat stress een negatieve invloed heeft op hun lichamelijke of geestelijke gezondheid. Het percentage tweede- en vierdeklassers dat zichzelf het afgelopen jaar meerdere keren opzettelijk heeft verwond of pijn heeft gedaan is toegenomen ten opzichte van vóór de coronaperiode; bijna 1 op de 10 heeft zichzelf het afgelopen jaar verwond. Ruim 1 op de 5 jongeren geeft aan in deze periode suïcidegedachten te hebben gehad. Deze cijfers zijn hoger dan tijdens de meting in 2019.

Gebeurtenissen tijdens de coronaperiode

Gebeurtenissen meegemaakt tijdens de coronaperiode, zoals quarantaine, coronabesmetting, ziekenhuisopname en ziekte of overlijden van een naaste (al dan niet door corona), hebben grote impact op een deel van jongeren. Ruim één op de vijf geeft aan nog last te hebben van een dergelijke gebeurtenis. Ruim een kwart van de jongeren vindt dat de coronamaatregelen een negatieve invloed hadden op zijn of haar schoolprestaties. Jongeren hebben niet alleen een negatieve invloed van de coronamaatregelen ervaren; 2 op de 3 vinden dat de coronamaatregelen een positieve invloed hadden op hun relatie met vrienden en familie.

Genotmiddelen

Jongeren in Noord-Holland-Noord roken vaker dan vóór de coronaperiode: één op de 20 jongeren rookt minstens één keer per week. Uitgaan en elkaar ontmoeten op feestjes was tijdens de coronaperiode niet of minder mogelijk. Dit kan van invloed zijn geweest op het gebruik van alcohol. Het percentage jongeren dat ooit alcohol heeft gedronken is vrijwel gelijk gebleven; wel is het percentage dat afgelopen maand alcohol heeft gedronken en het percentage dat afgelopen maand dronken of aangeschoten was gestegen. Het gebruik van softdrugs is vrijwel gelijk gebleven en het gebruik van lachgas is afgenomen.

Veerkracht en vertrouwen in de toekomst

Naast de aandacht voor mogelijke mentale problemen die jongeren kunnen ervaren door de coronaperiode, is het belangrijk om samen met hen te kijken naar mogelijke oplossingen. Het vergroten van veerkracht is belangrijk om de impact van de coronaperiode te beperken. Om veerkracht te meten is onder andere gevraagd of jongeren na een moeilijke periode weer snel herstellen. Voor twee derde van de jongeren geldt dit. Het aandeel jongeren dat na een moeilijke periode meestal weer snel herstelt is hoger onder jongens dan onder meisjes. Iets meer dan de helft van de jongeren heeft veel vertrouwen in de toekomst, hierbij is weinig tot geen verschil naar geslacht, leerjaar en onderwijsniveau.

Corona Gezondheidsmonitor Jeugd 2021

Normaal gesproken voeren alle GGD’en in Nederland, samen met het RIVM en GGD GHOR Nederland, eens in de vier jaar een grootschalig onderzoek uit naar de gezondheid, het welbevinden en de leefstijl van jongeren in het voortgezet onderwijs, de Gezondheidsmonitor Jeugd. Vanwege de coronaperiode is er in het najaar van 2021 een extra editie van dit onderzoek ingelast: de Corona Gezondheidsmonitor Jeugd 2021. Door de gegevens van deze extra meting te vergelijken met voorgaande metingen van de Gezondheidsmonitor Jeugd krijgen we een goed beeld van de impact van de coronaperiode op de fysieke en mentale gezondheid van jongeren.

Netwerk GOR (Gezondheidsbevordering bij Rampen)

De GGD’en voerden de Corona Gezondheidsmonitor Jeugd 2021 uit in het kader van de GOR-COVID-19 Integrale Gezondheidsmonitor. Hierbij wordt samengewerkt met GGD GHOR Nederland, het RIVM, het Nivel en ARQ Nationaal Psychotrauma Centrum; samen het Netwerk GOR. ZonMw is namens het ministerie van VWS opdrachtgever van de monitor. Het Regiorapport Corona Gezondheidsmonitor Jeugd 2021 is te downloaden via de gezondheidsatlas van GGD Hollands Noorden. (Foto: Pixabay)