“Dorpshart ligt klaar om wakker te worden gekust”

Castricum – Een financieel gezonde gemeente, een stevige lokale economie en een hartelijk samenwerking in BUCH-verband; dat is wat wethouder Hilbrand Klijnstra (D66) voor ogen heeft. Dat schrijft Jan Schipper op de website van D66 Castricum. Klijnstra’s reparatieklus is na zijn vorige termijn als wethouder nog niet helemaal afgrond. ,,Maar we zijn in control, het apparaat werkt, de schuldpositie is verbeterd. Vorig jaar hadden we warempel een kasoverschot van een half miljoen.” De afgelopen maanden heeft Klijnstra zich vooral beziggehouden met Geesterhage, Toonbeeld en Geesterduin. ,,Ik ben ook wijkwethouder, maar dat moet nog groeien. Verder heb ik economische zaken onder mij hoede, zeg maar de bloei van de lokale economie. Gezien mijn vorige leven, directeur van de plaatselijke Rabobank, een kolfje naar mijn hand. Zonder de andere kernen tekort te willen doen, vind ik dat met name het oude dorpshart van Castricum er voor klaarligt om wakker te worden gekust. Als alle betrokkenen er samen de schouders onder zetten, kan daar iets moois ontstaan. Stel je eens voor wat een Landalpark allemaal voor levendigheid kan oproepen!” Verder wil Klijnstra het model van de begroting transparanter maken. ,,Bijvoorbeeld is nog onduidelijk waar de personeelskosten, een kwart van de begroting, allemaal aan ten goede komt. Dat kan en moet inzichtelijker. Over de samenwerking met de collega-wethouders Hollenberg en Pelzer zegt Klijnstra: ,,We werken met z’n drieën heel nauw samen. Gezien haar onderwijsachtergrond is de jeugdzorg bij collega Esther Hollenberg in goede handen. En collega Ans Pelzer komt van de vakbeweging, haar zintuigen richten zich vanouds op de zwakkeren in de samenleving. Dan kom je in het huidige tijdsgewricht voor de economische aansturing al haast vanzelf terecht bij degene die het MKB in zijn portefeuille heeft; want daar zal het moeten gebeuren.” En dan de BUCH-samenwerking. ,,Spannend! Heel goed dat de vier gelijksoortige gemeenten in onze regio elkaar als gelijkwaardige gevonden hebben. Waar het op uitkomt? Vanwege deskundigheid en kosten is een innige ambtelijke samenwerking absoluut een vereiste. Of dat ook tot een ambtelijke of zelfs bestuurlijke fusie leidt? Zou kunnen, ik hoop het. Kijk een ambtelijke samenwerking roept om een eenduidige aansturing. Vanuit mijn Rabotijd weet ik dat zolang de frontoffice lokaal herkenbaar is, het echt niet uitmaakt waar de backoffice zit. Think global, act local.”