Dilemma rond aanpak overweg Beverwijkerstraatweg

Er zijn nog twee serieuze knelpunten die de invoering van het Programma Hoogfrequent Spoorvervoer (PHS) in Noord-Holland in de weg staan en die zijn te vinden in Zaandam en in Castricum. De spoorwegovergang Beverwijkstraatweg moet met spoed worden aangepakt. Het Landelijk Verbeterprogramma Overwegen (LVO), een initiatief van het ministerie van Infrastructuur en Milieu, stelt voor de herinrichting sober en doelmatig uit te voeren. LVO is bereid de helft van de kosten te dragen. Het minder goede nieuws is dat de voorgestelde maatregelen negatieve verkeerseffecten hebben in de naastgelegen wijken.

Wethouder Marcel Steeman spreekt van een lastig dilemma. De voorgestelde doorgetrokken middengeleider voor autoverkeer in de Stationsweg-Beverwijkerstraatweg was eerder uit het maatregelpakket gehaald: het leidt tot ongewenste verkeerseffecten. Maar deze maatregel is wel essentieel voor de financiële bijdrage van LVO. In de vervolgstudie van LVO worden effecten, eventuele oplossingsmogelijkheden en kosten nauwkeuriger onderzocht. Pas daarna zal worden gevraagd om wel of niet tot uitvoering over te gaan. LVO ProRail is bereid om stakeholders in het ontwerpproces te betrekken.

Castricum kan ook kiezen voor het zogenaamde Pakket Castricum. Bij deze optie is de verbetering van veiligheid en doorstroming minimaal. Dit is vooral het gevolg van het handhaven van de toegang van Schoutenbosch en Gasstraat vanaf de Stationsweg en Beverwijkerstraatweg. De kosten, 1,7 miljoen euro, komen geheel voor rekening van Castricum en passen niet binnen het beschikbare budget. Praktisch bezien betekent deze optie een keuze om meer geld te investeren in een pakket dat minder effect heeft dan beoogd. Voor alle opties geldt dat ProRail maatregelen uitvoert. Er komt een afteller en een geoptimaliseerde stopdoorschakeling die samen zorgen voor een verkorting van de wachttijd voor de spoorbomen van circa een halve minuut per vertrekkende trein richting het zuiden.

Niets doen is geen optie, daarom is het college van plan samen met ProRail het LVO het plan verder uit te werken en daarbij nadrukkelijk te focussen op het verminderen van de negatieve verkeerseffecten in de nabijgelegen wijken. Verkeerskundig noodzakelijke aanpassingen in die wijken komen ook voor cofinanciering in aanmerking, mits het totale pakket voldoende kosteneffectief blijft. Het college behoudt de mogelijkheid om na afronding van de uitwerking alsnog niet over te gaan tot uitvoering van de wegmaatregelen. LVO stelt wel de voorwaarde dat besluitvorming op afzienbare termijn plaatsvindt.