Castricum in de ban van coronavirus

Castricum – Wie vrijdagochtend toiletpapier op het boodschappenlijstje had staan, kwam van een koude kermis thuis bij Albert Heijn. Het schap was leeg. ,,Mensen lopen hier met karren vol de winkel uit. Het is bizar”, schetst een medewerker.

Het inslaan van boodschappen volgt nadat het kabinet de dag ervoor maatregelen treft om het coronavirus in te dammen. De rest van het weekend raken de schappen bij de grootgrutter steeds leger. Pastasauzen, rijst, diepvriesgroenten: alles wordt meegenomen. Op zondagmiddag is er geen bloemkool of courgette meer te vinden. ,,Dan maar geen groenten vanavond”, verzucht een bezoeker. ,,Ik hoop dat het morgen weer wordt aangevuld.”

Extra maatregelen

Afgelopen zondag kondigt het kabinet extra maatregelen aan om corona te bestrijden. Scholen en kinderdagverblijven zijn vanaf maandag gedwongen dicht tot en met 6 april. Ook bij eet- en drinkgelegenheden, sportclubs en fitnessbedrijven gaat de deur op slot. Voor kinderen van ouders die bij de politie, in de zorg of het openbaar vervoer werken, wordt opvang geregeld. Alle Nederlanders moeten, waar mogelijk, anderhalve meter afstand van elkaar bewaren. Ook in de supermarkt. Daar worden op de groenteafdeling onderling tips uitgewisseld over supermarkten die wel bevoorraad zijn. ,,Belachelijk hé, het lijkt wel oorlog.”

Eerste besmettingen

Zaterdag maakte burgemeester Toon Mans bekend dat vijf Castricummers besmet zijn met corona. Eerder werden plaatsgenoten negatief getest op het virus. De gemeente volgt de aanwijzingen van het RIVM, de GGD en de Veiligheidsregio Noord-Holland Noord. Burgemeester Toon Mans schreef een brief aan alle inwoners van de gemeente.

Het gemeentehuis blijft open. Dienstverlening als het ophalen van vuilnis, het afgeven van paspoorten en aangifte van geboorte en overlijden wordt gegarandeerd. Ambtenaren werken zoveel mogelijk thuis.

Mooie initiatieven

Op Facebook ontstaan ondertussen verschillende initiatieven om ouderen, zieken of mensen in nood bij te staan. Castricummers bieden zich aan om (extra) boodschappen te halen of op te passen op andermans kinderen. Ouders die een zogenoemd vitaal beroep uitoefenen, kunnen contact opnemen met de school of kinderopvang om voor noodopvang in aanmerking te komen.

Tekst: Mardou van Kuilenburg